ECLI:NL:GHAMS:2024:2128
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenleaseovereenkomst en vergunningplichtig advies door tussenpersoon
In deze zaak gaat het om een effectenleaseovereenkomst tussen Dexia Nederland B.V. en een afnemer, waarbij de vraag centraal staat of de tussenpersoon die de overeenkomst tot stand heeft gebracht, vergunningplichtig advies heeft gegeven. De afnemer stelt dat de tussenpersoon niet over de vereiste vergunning beschikte en dat Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de afnemer recht heeft op schadevergoeding, maar Dexia is in hoger beroep gegaan. Het hof heeft vastgesteld dat de tussenpersoon niet als vergunningplichtig adviseur heeft opgetreden, omdat er onvoldoende bewijs is dat de tussenpersoon een gepersonaliseerde aanbeveling heeft gedaan die is afgestemd op de persoonlijke omstandigheden van de afnemer. Het hof concludeert dat Dexia niet aansprakelijk is voor de schade van de afnemer, omdat de afnemer niet kan aantonen dat de tussenpersoon vergunningplichtig advies heeft gegeven. De schade wordt conform het hofmodel afgewikkeld, en de afnemer wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag aan Dexia, met inachtneming van de kosten van het geding. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank, behoudens de kostenveroordeling, en wijst de overige vorderingen af.