Uitspraak
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
[appellant 3],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
5.3. De rechtbank is van oordeel dat het verzoek van de dochter (en haar zussen) tot
4.De klacht
5.Beoordeling
- de afspraken met het notariskantoor zijn niet gemaakt door moeder, maar door [naam 4] ;
- bij de afspraken op het notariskantoor was naast moeder altijd [naam 4] aanwezig;
- de wijzigingen in zowel het levenstestament als het testament waren zeer in het voordeel van [naam 4] ;
- in verband met de diagnose Alzheimer was moeder zowel in het (eerdere) gesprek met de kandidaat-notaris als in het gesprek met de notaris niet in staat om haar eigen wil te bepalen;
- de gewenste wijzigingen in het (levens)testament zijn door [naam 4] doorgegeven.
- de notaris was niet op de hoogte van de diagnose Alzheimer. Hiermee is de notaris pas bekend geworden na de toezending van de dagvaarding in september 2021 door de toenmalige gemachtigde van klaagsters. Deze achteraf verkregen kennis speelt bij de beoordeling of de notaris een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken dan ook geen rol;
- de notaris heeft met zijn handelwijze voldoende gewaarborgd dat moeder haar wil op onafhankelijke wijze heeft kunnen overbrengen aan de notaris. Van enige ongewenste beïnvloeding waardoor moeder haar wil niet meer op vrije wijze kon vormen is tijdens het gesprek niet gebleken;
- de notaris heeft verklaard dat hij gelet op de duidelijke en consistente antwoorden van moeder geen aanleiding heeft gezien om verder onderzoek te doen. Volgens de notaris kon moeder voldoende duidelijk maken wat de reden was voor de wijzigingen in zowel het levenstestament als het testament en kwamen de door moeder opgegeven redenen ten aanzien van de wijziging van het levenstestament ook overeen met hetgeen zij tijdens het gesprek op 9 april 2020 aan de kandidaat-notaris heeft verteld. Op basis van de duidelijke aantekeningen van de kandidaat-notaris kon de notaris vaststellen dat moeder consistent was in haar verklaringen en geuite wensen inzake de inhoud van het (levens)testament;
- de enkele omstandigheid dat de notaris tijdens het gesprek kennelijk wel aanleiding heeft gezien om een extra check uit te voeren, in die zin dat hij aan moeder heeft gevraagd of er weleens een geheugentest bij haar is afgenomen, brengt niet automatisch mee dat er bij de notaris gerede twijfel aan de wilsbekwaamheid bestond zodat verder onderzoek was aangewezen;
- het enkele feit dat moeder 74 jaar oud was is op zichzelf ook geen reden om nader onderzoek te doen en het Stappenplan toe te passen.
Het is de verantwoordelijkheid van de (kandidaat-)notaris om te waken voor de vrije en onafhankelijke wilsvorming van een testateur. De (kandidaat-)notaris dient dan ook al het nodige te doen om zich ervan te vergewissen dat de testateur bij het vormen en uiten van zijn wil niet op ongewenste wijze is beïnvloed door (de aanwezigheid van) een derde. Dat is niet anders in de situatie dat de derde de partner van de testateur is. Het is aan de notaris overgelaten om te bepalen op welke wijze hij uitvoering geeft aan deze verplichting. Het hof is van oordeel dat een notaris in beginsel aan deze verplichting voldoet indien hij op enig moment bij de voorbereiding of het passeren van het testament met de testateur afzonderlijk de relevante aspecten van het testament bespreekt. Van de notaris die daarvoor niet kiest, mag worden verwacht dat hij zijn keuze en de daarbij gemaakte afwegingen achteraf (als daarover vragen rijzen) kan verantwoorden aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval (hof Amsterdam 10 december 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:4487 en hof Amsterdam 21 maart 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:980)”.
- de notaris heeft klaagsters – naar aanleiding van de brief van 3 december 2021 – (meermaals) uitgenodigd voor een gesprek bij hem op het kantoor op 11 januari 2022 zodat hij de vragen van klaagsters (onder andere omtrent het Stappenplan) mondeling kon proberen te beantwoorden;
- niet is komen vast te staan dat de notaris eerder een brief heeft ontvangen waarin hem is verzocht om een (schriftelijke) toelichting te geven omtrent zijn werkwijze bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder;
- de notaris heeft niet aangegeven dat hij zich niet ging uitlaten over zijn werkwijze en volgens hem had hij ook de intentie om in het gesprek met klaagsters de gewenste informatie omtrent zijn werkwijze, voor zover dat valt buiten zijn geheimhoudingsplicht, te verstrekken;
- het stond klaagsters vrij om af te zien van een gesprek met de notaris, maar dat het gesprek niet heeft plaatsgevonden valt de notaris geenszins te verwijten;
- in reactie op de brief van klaagsters van 10 januari 2022 heeft de notaris op 18 januari 2022 aangegeven dat hij de deadline van 19 januari 2022 vanwege zijn volle agenda niet ging halen, mede gezien het feit dat hij voor het geven van een correcte en complete toelichting overleg moest voeren met de kandidaat-notaris (die op dat moment niet meer bij het kantoor werkzaam was). De notaris heeft daarom aangegeven dat hij zijn reactie zo spoedig mogelijk zou toesturen, hetgeen hij uiteindelijk kort daarna, namelijk op 26 januari 2022, heeft gedaan.