ECLI:NL:GHAMS:2017:980
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen notaris over tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen bij testament opstellen en passeren
In deze zaak gaat het om een klacht van klagers tegen een notaris, die hen verwijten dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld bij het opstellen en passeren van het testament van hun vader in mei 2015. Klagers stellen dat de notaris niet voldoende heeft gelet op de wilsbekwaamheid van de erflater, die op dat moment 78 jaar oud was en leed aan Parkinson. Klagers beweren dat de notaris in haar communicatie met een andere notaris onzorgvuldig heeft gehandeld en dat zij niet de juiste procedures heeft gevolgd bij het opstellen van het testament. Het hof heeft de klacht van klagers in beide onderdelen ongegrond verklaard. Het hof oordeelt dat de notaris voldoende alert is geweest op de wilsbekwaamheid van de erflater en dat er geen aanleiding was om aan deze wilsbekwaamheid te twijfelen. De notaris heeft de relevante aspecten van het testament met de erflater en zijn echtgenote besproken en heeft geen signalen ontvangen die duiden op een gebrek aan wilsbekwaamheid. De beslissing van de kamer is vernietigd, maar de klacht van klagers is ongegrond verklaard.