In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een klacht tegen een notaris. De klacht betreft de zorgvuldigheid waarmee de notaris het levenstestament en testament van de tante van klager heeft gepasseerd, terwijl zij op dat moment in het ziekenhuis lag. Klager betwist de wilsbekwaamheid van zijn tante en verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het opstellen en passeren van de akten. Het hof verwijst naar een eerdere tussenbeslissing van 13 december 2022, waarin de notaris was gevraagd om aanvullende stukken in te dienen. Na beoordeling van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen, concludeert het hof dat de notaris voldoende zorgvuldigheid heeft betracht. Het hof stelt vast dat de notaris de wilsbekwaamheid van erflaatster naar behoren heeft beoordeeld en dat er geen gerede twijfel bestond over haar wilsbekwaamheid ten tijde van het passeren van de akten. De klacht van klager wordt ongegrond verklaard en de beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer wordt bevestigd. Het hof benadrukt dat de notaris op basis van zijn eigen waarneming en de omstandigheden van het geval geen aanleiding had om aan de wilsbekwaamheid van erflaatster te twijfelen. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.