ECLI:NL:GHAMS:2024:1885
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.J. van der Wilt
- M.F.J.M. de Werd
- A.W.T. Klappe
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van een jeugdige verdachte
In deze jeugdzaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van een verdachte, geboren in 2007, die beschuldigd wordt van openlijk geweld tegen een persoon op 2 februari 2023 te Zaandijk. De kinderrechter had het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard, maar het hof oordeelde anders. Het hof heeft vastgesteld dat de officier van justitie het tenlastegelegde feit op 22 september 2023 had geseponeerd onder de voorwaarde dat de verdachte zich gedurende een proeftijd van één jaar niet schuldig zou maken aan enig strafbaar feit. Echter, na de aanhouding van de verdachte op 27 september 2023 voor een ander feit, besloot het openbaar ministerie alsnog tot vervolging over te gaan. Het hof oordeelde dat de vervolgingsbeslissing van het openbaar ministerie onder de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd was en verklaarde het openbaar ministerie ontvankelijk in de vervolging. De raadsman verzocht om terugwijzing naar de rechtbank, wat door het hof werd toegewezen, zodat de verdachte niet een instantie zou missen. Het hof vernietigde het vonnis van de kinderrechter en wees de zaak terug naar de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland.