In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een naheffingsaanslag BPM die aan belanghebbende is opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst. De naheffingsaanslag, gedateerd op 12 februari 2020, bedraagt € 7.501, vermeerderd met € 15 belastingrente. De rechtbank Noord-Holland heeft het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft in hoger beroep aangevoerd dat er rekening gehouden moet worden met een blijvende waardevermindering van de auto vanwege het schadeverleden, en dat de handelsinkoopwaarde ten onrechte is ontleend aan een taxatierapport.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. Het hof oordeelt dat de handelsinkoopwaarde van de auto alleen kan worden ontleend aan een koerslijst, omdat de schade zoals vermeld in het taxatierapport hersteld was ten tijde van de registratie. De wet staat alleen gebruik van een taxatierapport toe als de auto meer dan normale gebruiksschade heeft, wat in dit geval niet aan de orde was. Het hof concludeert dat de naheffingsaanslag correct is opgelegd en dat het hoger beroep ongegrond is. Er zijn geen gronden voor een kostenveroordeling.