ECLI:NL:GHAMS:2023:2481

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
200.318.711/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenovereenkomst en informatieplichten bij kinderopvang

In deze zaak heeft Welschap Kinderopvang in hoger beroep beroep ingesteld tegen een verstekvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarbij de vordering van Welschap Kinderopvang werd afgewezen. De vordering betrof de betaling van kosten voor kinderopvang die Welschap Kinderopvang had verzorgd voor het minderjarige kind van de geïntimeerde. De kantonrechter oordeelde dat Welschap Kinderopvang niet had voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten, wat leidde tot de afwijzing van de vordering. Welschap Kinderopvang heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij wel degelijk aan deze verplichtingen had voldaan, met uitzondering van de informatie over het herroepingsrecht. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een consumentenovereenkomst en dat Welschap Kinderopvang in grote lijnen aan de informatieverplichtingen had voldaan, maar dat er een ernstige schending was met betrekking tot het herroepingsrecht. Het hof heeft de vordering van Welschap Kinderopvang gedeeltelijk toegewezen, met een prijsvermindering van 25% op de hoofdsom, en heeft de geïntimeerde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 4.349,42, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van het geding in hoger beroep zijn ook aan de geïntimeerde opgelegd.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.318.711/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 10038380\CV EXPL 22-4705
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 12 september 2023
inzake
Stichting Welschap Kinderopvang,
gevestigd te Heemskerk,
appellante,
advocaat: mr. S.K. Tuithof te Haarlem,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
niet verschenen.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Welschap Kinderopvang en [geïntimeerde] genoemd.
Welschap Kinderopvang is bij dagvaarding van 2 november 2022 in hoger beroep gekomen van een verstekvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter) van 12 oktober 2022, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen Welschap Kinderopvang als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde (hierna: het bestreden vonnis).
Tegen [geïntimeerde] is ook in hoger beroep verstek verleend.
Welschap Kinderopvang heeft een memorie van grieven, met producties, ingediend.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Welschap Kinderopvang heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - haar vordering alsnog zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties, met nakosten.
Welschap Kinderopvang heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

2.Beoordeling

2.1.
In eerste aanleg heeft Welschap Kinderopvang gevorderd dat [geïntimeerde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis wordt veroordeeld tot betaling van
€ 5.920,51 aan Welschap Kinderopvang, vermeerderd met de wettelijke rente over
€ 5.120,51 vanaf 21 juli 2022 tot aan de voldoening en met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten. Welschap Kinderopvang heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij in opdracht van [geïntimeerde] kinderopvang heeft verzorgd voor haar minderjarige kind en dat [geïntimeerde] heeft nagelaten het in verband daarmee door Welschap Kinderopvang gefactureerde bedrag van € 5.120,51 te voldoen. Na verzending van een zogenoemde veertiendagenbrief op 15 juni 2022 is [geïntimeerde] tevens € 763,55 aan buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd geworden.
2.2.
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis overwogen dat – samengevat weergegeven – sprake is van een consumentenovereenkomst, meer in het bijzonder een overeenkomst op afstand als bedoeld in artikel 6:230g lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dat betekent dat moet zijn voldaan aan de vereisten van artikel 6:230m lid 1 en 6:230v lid 7 BW, hetgeen ambtshalve moet worden getoetst. Naar
het oordeel van de kantonrechter heeft Welschap Kinderopvang niet voldoende gesteld en onderbouwd dat zij aan de daarin opgenomen (pre)contractuele informatieplichten heeft voldaan. Omdat de dagvaarding niet overeenkomstig artikel 111 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de eis en de gronden vermeldt en Welschap Kinderopvang niet ingevolge artikel 21 Rv de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid heeft aangevoerd, heeft de kantonrechter de vordering afgewezen. De kantonrechter heeft Welschap Kinderopvang in de proceskosten van [geïntimeerde] veroordeeld, welke zijn begroot op nihil.
2.3.
Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Welschap Kinderopvang met een grief op.
2.4.
Die grief is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat Welschap Kinderopvang niet aan de (precontractuele) verplichtingen van artikel 6:230m lid 1 BW en artikel 6:230v lid 7 BW heeft voldaan. Welschap Kinderopvang stelt dat zij in eerste aanlag uitgebreid uiteen heeft gezet welke stappen zijn doorlopen voordat partijen de overeenkomst met elkaar aangingen. Zij heeft daarbij een schermafdruk overgelegd van het ouderportaal, waarin alle essentiële informatie zichtbaar was voor [geïntimeerde] . Ten aanzien van de verplichting ex artikel 6:230v lid 7 BW stelt Welschap Kinderopvang zich op het standpunt dat de overeenkomst kon worden opgeslagen omdat [geïntimeerde] een download link heeft ontvangen en digitaal een handtekening heeft kunnen plaatsen. Ter verdere onderbouwing van de grief heeft Welschap
Kinderopvang een verstekvonnis van de kantonrechter Noord-Holland in het geding gebracht in een zaak die feitelijk identiek is aan deze zaak, alleen gericht tegen een andere gedaagde. In die zaak heeft de kantonrechter Noord-Holland het hierna genoemde Sanctiemodel toegepast en de vordering van Welschap Kinderopvang deels toegewezen. Ten slotte heeft Welschap Kinderopvang erop gewezen dat artikel 3.5 van het landelijk procesreglement voor rolzaken kanton niet vermeldt dat een eisende partij niet in een aanvullende akte alsnog in de gelegenheid wordt gesteld om aan de op haar rustende stelplicht en/of bewijslast te voldoen.
2.5.
Het hof stelt vast dat [geïntimeerde] een consument is en Welschap Kinderopvang een handelaar, zodat sprake is van een consumentenovereenkomst als bedoeld in artikel 6:230h lid 1 BW. Omdat geen van de uitzonderingen van artikel 6:230h lid 2 BW zich voordoet, is afdeling 6.5.2B BW op de overeenkomst van toepassing. Uit de stellingen van Welschap Kinderopvang in eerste aanleg volgt dat de overeenkomst tussen partijen online tot stand is gekomen. Daarmee is sprake van een overeenkomst op afstand en dient te zijn voldaan aan de vereisten van artikel 6:230m lid 1 en aan artikel 6:230v lid 7 BW.
2.6.
In artikel 6:230m lid 1 BW is bepaald dat de handelaar, voordat de consument is gebonden aan een overeenkomst op afstand, de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie dient te verstrekken (samengevat weergegeven en voor zover hier van toepassing): (a) de voornaamste kenmerken van de dienst, (b) de identiteit van de handelaar, (c) het geografische adres en zijn telefoonnummer, (e) de totale prijs van de dienst, met inbegrip van alle belastingen, of, als door de aard van de zaak of de dienst de prijs redelijkerwijze vooraf niet kan worden berekend, de manier waarop de prijs moet worden berekend, (g) de wijze van betaling, (h) voorwaarden en termijn voor het uitoefenen van het recht tot ontbinding (herroepingsrecht), (o) de duur van de overeenkomst en voorwaarden voor opzegging, en (t) de mogelijkheid van toegang tot een klachtcommissie waarbij de handelaar zich heeft aangesloten. Ingevolge artikel 6:230v lid 7 BW is de handelaar verplicht de consument op een duurzame gegevensdrager binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst op afstand doch in ieder geval voor de levering of het uitvoeren van de dienst een bevestiging van de overeenkomst te verstrekken.
2.7.
Uit de overgelegde bevestiging van inschrijving van 21 september 2021 blijkt dat Welschap Kinderopvang [geïntimeerde] - voordat de overeenkomst werd aangegaan - voldoende duidelijk heeft geïnformeerd over de kenmerken van de dienst, haar identiteit, adres en telefoonnummer. In die brief is [geïntimeerde] voor praktische informatie verwezen naar de website van Welschap Kinderopvang. Verder heeft Welschap Kinderopvang een schermafdruk van het door haar gehanteerde ouderportaal overgelegd, met daarop de gegevens van het kind van [geïntimeerde] . Welschap Kinderopvang heeft gesteld dat daarin (dan wel op de website) de tarieven voor de kinderopvang staan, evenals een rekenmodule waarmee de kosten voor [geïntimeerde] berekend kunnen worden. Ook is daarin/daarop informatie te vinden over de wijze van betaling en de wijze van opzegging, welke gedragsregels gelden en wat de duur van de overeenkomst is. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst is [geïntimeerde] naar zowel het ouderportaal als de website van Welschap Kinderopvang verwezen. Bovendien heeft Welschap Kinderopvang toegelicht dat bij het online inschrijfproces [geïntimeerde] langs verplichte velden komt, waarop de relevante informatie is vermeld. Na verzending van een link om de overeenkomst te downloaden en het accepteren van de algemene voorwaarden, is de overeenkomst vervolgens tot stand gekomen door het plaatsen van een digitale handtekening door [geïntimeerde] . Nadien heeft nog telefonisch contact plaatsgevonden tussen partijen en is de overeenkomst door Welschap Kinderopvang aan [geïntimeerde] toegezonden.
2.8.
Welschap Kinderopvang heeft hiermee, behoudens ten aanzien van het herroepingsrecht (artikel 6:230m lid 1 sub h BW), aan de onder 2.6 genoemde verplichtingen heeft voldaan. Welschap Kinderopvang heeft alle vereiste informatie duidelijk en begrijpelijk aan [geïntimeerde] verstrekt en heeft tijdig een bevestiging van de overeenkomst verstrekt op een duurzame gegevensdrager.
2.9.
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord welke gevolgen er moeten worden verbonden aan het niet nakomen door Welschap Kinderopvang van de verplichting van artikel 6:230m lid 1 sub h BW.
2.10.
Mede gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU (HvJEU) dient het hof aan het schenden van de informatieverplichtingen gevolgen te verbinden die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. De maatregelen moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. In ieder geval verbindt de wet in artikel 6:230o lid 2 BW aan de schending van artikel 6:230m lid 1 sub h BW de sanctie dat de herroepingstermijn wordt verlengd van twee weken naar maximaal een jaar. Herroeping is in dit geval evenwel niet aan de orde is (de overeenkomst is na ruim zes maanden geëindigd door opzegging van de zijde van [geïntimeerde] ). De Hoge Raad heeft in rov. 3.1.20 van zijn arrest van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1667) naast de hiervoor genoemde wettelijke sanctie tevens gedeeltelijke vernietiging als eventuele sanctie vermeld. De Hoge Raad heeft in dit arrest de lagere rechters opgeroepen om niet-bindende richtlijnen op te stellen om vaste percentages of bedragen vast te stellen waarmee de prijs of andere betalingsverplichtingen worden verminderd bij voldoende ernstige schendingen van een of meer essentiële informatieplichten. Daaraan is uitvoering gegeven door het opstellen van de landelijke Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten (hierna: het Sanctiemodel). Volgens het Sanctiemodel wordt bij één tot drie voldoende ernstige schendingen van de essentiële informatieplichten de prijs met 25% verminderd, en bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen met 50%. In zijn latere arrest van 10 juni 2022 (ECLI:NL:HR:2022:861) heeft de Hoge Raad bevestigd dat een richtlijn als het Sanctiemodel kan bijdragen aan de praktische hanteerbaarheid van de hier aan de orde zijnde regels, aan een gelijke behandeling van gelijke gevallen en aan de rechtszekerheid. Ook heeft de Hoge Raad overwogen dat de rechter (gemotiveerd) van het model kan afwijken indien hij de aangewezen sanctie in de gegeven omstandigheden niet doeltreffend, evenredig en afschrikkend acht.
2.11.
In dit geval is sprake van in elk geval één ernstige schending van een essentiële informatieverplichting, zodat gedeeltelijke vernietiging in de zin van 25% prijsvermindering conform het Sanctiemodel op zijn plaats is. Dat betekent dat aan hoofdsom € 3.840,38 toewijsbaar is. In zoverre slagen de grieven. Het bestreden vonnis zal worden vernietigd. De buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd volgens de gebruikelijke staffel over het toegewezen bedrag en bedragen € 509,04. De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf de vervaldata van de verschillende facturen (steeds berekend over 75% van het gefactureerde bedrag).
2.12.
[geïntimeerde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het hoger beroep.

3.Beslissing

Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling aan Welschap Kinderopvang van € 4.349,42, vermeerderd met de wettelijke rente over € 3.840,38 vanaf de vervaldata van de verschillende facturen tot aan de dag van voldoening;
veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden begroot op € 910,43 aan verschotten en € 836,00 voor salaris;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mr. I.A. Haanappel-van der Burg, mr. F.J. van de Poel en mr. L.C. Heuveling van Beek en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 12 september 2023.