Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst de eis tot schadevergoeding af.”
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
12 september 2019 bij verweerder ontvangen en is het bezwaarschrift, gelet op artikel 6:9, eerste en tweede lid, van de Awb, dus niet tijdig ingediend.
5.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
In haar beroepschrift heeft eiseres geen verklaring gegeven waarom het bezwaarschrift zo laat is ingediend en waarom naar haar oordeel redelijkerwijs niet geoordeeld kan worden dat eiseres in verzuim is geweest.” Naar het oordeel van het Hof is die constatering ten onrechte, immers gegeven de feiten als vastgesteld onder 2.2 en 2.3 had belanghebbende voor het verlaat inzenden van het bezwaarschrift in haar schriftelijke stukken al wel, zij het summier, een verklaring gegeven. De daarop voortbouwende tardiefverklaring door de rechtbank acht het Hof dan ook ten onrechte; de wederpartij had immers kennis van de schriftelijke beroepsgrond inzake de late indiening van het bezwaar en had daarop reeds verweer kunnen voeren. Ook in bezwaar was deze grond reeds aangevoerd (zie onder 2.2) maar is daar door de heffingsambtenaar met veronachtzaming van artikel 6:11 Awb, geen onderzoek naar gedaan.
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.