Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. [appellant],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de persoonlijke aansprakelijkheid van een curator, [geïntimeerde], die betrokken was bij de faillietverklaring van de vennootschap [X] B.V. De curatoren, die ook curatoren waren in andere faillissementen, hebben samen met [geïntimeerde] een verzoek ingediend tot faillietverklaring van [X]. Voor de mondelinge behandeling heeft [geïntimeerde] echter een regeling getroffen met [X] en zich als verzoeker teruggetrokken. [X] heeft op basis van deze regeling een betaling gedaan aan de boedel van [bedrijf 1] B.V., maar deze betaling is na de faillietverklaring van [X] niet terugbetaald. De curatoren stellen dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld door deze regeling te treffen en de betaling te accepteren, wat zou hebben geleid tot schade voor de schuldeisers van [X]. Het hof moet beoordelen of de betaling op grond van artikel 47 van de Faillissementswet vernietigbaar is en of [geïntimeerde] persoonlijk aansprakelijk is voor de schade die [X] heeft geleden door zijn handelen. Het hof concludeert dat [geïntimeerde] wist dat de betaling aan de boedel van [bedrijf 1] blootstond aan vernietiging en dat hij persoonlijk aansprakelijk is voor de schade die [X] heeft geleden als gevolg van zijn handelen. De zaak wordt verwezen naar de rol voor nadere inlichtingen en het overleggen van stukken.