ECLI:NL:GHAMS:2022:550

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
23 februari 2022
Zaaknummer
200.274.501/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid en de vraag naar persoonlijk ernstig verwijt bij niet-nakoming van een overeenkomst

In deze zaak gaat het om de vraag of de bestuurders van Scope Group, Kastor c.s., persoonlijk aansprakelijk zijn voor schade die [appellante] heeft geleden als gevolg van het niet leveren van de broncode van de software RealWorldCRM. [appellante] heeft haar vorderingen overgenomen van de curator van Principle Group, die in faillissement is verklaard. De rechtbank had eerder de vorderingen van Principle Group afgewezen en de reconventionele vorderingen van Scope Group en Kastor c.s. toegewezen. In hoger beroep heeft [appellante] veertien grieven ingediend, waarbij zij onder andere aanvoert dat Kastor c.s. als bestuurders van Scope Group een ernstig verwijt kan worden gemaakt omdat zij wisten dat Scope Group niet in staat zou zijn om de broncode te leveren. Het hof overweegt dat voor persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders hogere eisen gelden en dat er voldoende bewijs moet zijn dat de bestuurders wisten of redelijkerwijs moesten begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. Het hof concludeert dat [appellante] niet voldoende heeft aangetoond dat Kastor c.s. ten tijde van het aangaan van de overeenkomst voorzienbaar was dat Scope Group geen verhaal zou bieden voor de schade. De vordering van [appellante] wordt daarom afgewezen en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.274.501/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/654684 / HA ZA 18-982
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 februari 2022
inzake
[appellante],
als rechtsopvolgster onder bijzondere titel van Principle Group B.V.
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. P.P. Bergers te Barendrecht,
tegen

1.KASTOR HOLDING B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
2.
[geïntimeerde sub 2] ,
wonende te [woonplaats]
geïntimeerden,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmers te Amsterdam.
Partijen worden [appellante] en Kastor c.s. genoemd. Geïntimeerden worden ieder afzonderlijk aangeduid als Kastor en [geïntimeerde sub 2] .

1.De zaak in het kort

[appellante] heeft (eventuele) vorderingen van Principle Group op Kastor c.s. uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid overgenomen van de curator van Principle Group. Principle Group heeft van Scope Group een op maat gemaakt software systeem gekocht en heeft vervolgens met een beroep op de koopovereenkomst levering van de software inclusief de broncode gevorderd. Scope Group stelt dat zij geen rechthebbende op de broncode is en deze dus niet kan leveren en dat de overeenkomst haar daartoe ook niet verplicht. In deze procedure draait het om de vraag of Kastor c.s. als bestuurders van Scope Group persoonlijk aansprakelijk zijn jegens [appellante] omdat zij hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de koopovereenkomst.

2.Het geding in hoger beroep

Principle Group B.V. (hierna: Principle Group) als rechtsvoorganger van [appellante] is bij dagvaarding van 29 januari 2020 in hoger beroep gekomen van
  • i) een vonnis van de rechtbank Amsterdam, van 30 oktober 2019, gewezen
  • ii) een incidenteel vonnis (tot voeging) van 15 mei 2019 van de rechtbank Amsterdam, gewezen
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, tevens wijziging van eis, met producties;
- memorie van antwoord, met producties.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 29 november 2021 doen bepleiten, [appellante] door mr. Bergers voornoemd, en Kastor c.s. door mr. L.E. van Leeuwen, advocaat te Amsterdam, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
In de memorie van grieven heeft [appellante] toegelicht dat zij als gedeeltelijke rechtsopvolgster van Principle Group alleen het hoger beroep tegen het bestreden vonnis voortzet voor zover dit ziet op de zaak met zaak-/rolnummer C/13/654684 / HA ZA 18-982. Het hoger beroep tegen het bestreden vonnis voor zover dat ziet op de zaak met zaak-/rolnummer C/13/662274 / HA ZA 19-221 valt daarmee buiten de reikwijdte van het onderhavige hoger beroep van [appellante] .
[appellante] heeft, na eiswijziging bij memorie van grieven, geconcludeerd (samengevat) dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog haar in hoger beroep gewijzigde eis zal toewijzen, met veroordeling in de proceskosten in beide instanties.
Kastor c.s. hebben geconcludeerd tot bekrachtiging, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

3.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 3.1–3.15 de feiten vermeld die tussen partijen vaststaan en die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Met grief 1 en 2 maakt [appellante] bezwaar tegen (3.8 en 3.9 van) de feitenvaststelling. Volgens [appellante] is deze niet correct, althans niet volledig. Deze grieven falen omdat de door [appellante] voorgestane aanvullingen geen vaststaande feiten betreffen, maar stellingen die door Kastor c.s. worden betwist. De rechtbank is verder slechts gehouden die feiten weer te geven die noodzakelijk en relevant zijn voor zijn beslissing en de motivering daarvan.
Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
3.1
Principle Group is een onderneming die zich bezighoudt met de bemiddeling van en de handel in (ver)huur van onroerend goed en met de advisering, bemiddeling en begeleiding met betrekking tot huur en aan- en verkoop van onroerende zaken.
3.2
[geïntimeerde sub 2] is directeur-grootaandeelhouder van Kastor, die op haar beurt enig aandeelhouder en bestuurder is van Scope Group. Scope Group richt zich op het ontwikkelen en produceren van ICT-systemen ten behoeve van de vastgoedmarkt en biedt diensten aan die gerelateerd zijn aan de (ver)huur en de (ver)koop van woningen door het beschikbaar stellen van onder andere een customer relationship management (CRM)-platform en (online) tools.
3.3
Bij vonnis van 5 december 2017 zijn Principle Vastgoed B.V. en Perfect Visit B.V. (hierna samen: de failliete B.V.’s), twee dochtervennootschappen van Scope Group, in staat van faillissement verklaard, met benoeming van [curator] tot curator. [curator] heeft een doorstart van de failliete B.V.’s, onderzocht en is hierover (uiteindelijk) in gesprek geraakt met Principle Group. Bij deze gesprekken heeft [curator] erop gewezen dat het door de failliete B.V.’s gebruikte CRM-systeem (RealWorldCRM, zie hierna) eigendom is van Scope Group.
3.4
Scope Group ontwikkelde en exploiteerde RealWorldCRM, een ICT-infrastructuur en op maat gemaakt CRM-systeem ten behoeve van de verhuur van onroerend goed, die door middel van een licentie door Principle Vastgoed B.V. werd gebruikt voor het in de markt zetten van haar vastgoedportfolio. Met RealWorldCRM kunnen onder meer klant- en woningprofielen en zakelijke relaties worden beheerd en is het mogelijk om woningprofielen aan een eigenaar te koppelen en de gewenste kanalen voor publicatie/presentatie te kiezen.
3.5
Unity-X Operations B.V. (hierna: Unity-X) is, samen met en voor Scope Group, de ontwikkelaar van IONBase (het framework waarop RealWorldCRM is gebouwd) en RealWorldCRM.
3.6
Op 12 april 2018 heeft bij Principle Group een bespreking plaatsgevonden tussen [geïntimeerde sub 2] (namens Scope Group) en Principle Group. Tijdens deze bespreking heeft [geïntimeerde sub 2] laten zien hoe gebruik kan worden gemaakt van RealWorldCRM door daadwerkelijk in RealWorldCRM in te loggen. Tijdens deze bespreking is RealWorldCRM niet geïnstalleerd op een computer en is gebruik gemaakt van zowel een laptop van Principle Group als diverse mobiele telefoons.
3.7
Op 23 april 2018 hebben Principle Group en [curator] een overeenkomst gesloten ter zake van de verkoop van een aantal activa uit de boedel van de failliete B.V.’s voor een koopprijs van € 75.000. De verkochte activa betreffen onder andere “
het portfolio zoals door Principle wordt bijgehouden in het RealWorldCRM systeem, bestaande uit het eigenarenbestand met daarin onder meer contactgegevens van eigenaren van woningen (actief en archief) waarvoor Principle bemiddeld heeft en gegevens omtrent de mogelijk te bemiddelen woningen”. In de koopovereenkomst is opgenomen dat de software, het RealWorldCRM, geen onderdeel uitmaakt van de activa van de failliete B.V.’s en (dus) niet door de curator aan Principle Group wordt verkocht.
3.8
Op 23 april 2018 hebben daarnaast Principle Group en Scope Group een overeenkomst gesloten voor de verkoop en koop van bepaalde activa (hierna: de Overeenkomst), met een koopsom van € 75.000 (exclusief btw). De Overeenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt:
“1DE ACTIVA1.1. Scope zal de volgende activa aan Koper verkopen en leveren, gelijk Koper de volgende
activa van Scope zal kopen aanvaarden:
realWorldCRM: het intellectuele eigendom samen met het exploitatie- en ontwikkelrechten van een door Scope op maat gemaakt software systeem. (...) Koper wordt verwezen naar de bijlagerealWorldCRM overzicht.pptxvoor meer informatie over de aanwezige modules en de onderliggende techniek;
realFrame: het intellectuele eigendom samen met het exploitatie- en ontwikkelrechten van een door Scope op maat gemaakte software tool die beschikbaar aan derde partijen wordt gesteld. (…)
De domeinen geregistreerd vanaf 2002 welke nog in eigendom van Scope Group: (...)”
1.3
Scope verklaart middels ondertekening van de Overeenkomst dat de Activa haar in eigendom toebehoren en vrij zijn van goederenrechtelijke rechten of aanspraken van derden. Scope draagt de Activa (…) in volledige eigendom aan Koper over. (...)”

3.3 BIJKOMENDE KOSTEN/MEDEWERKING OVERDRACHT(…)

3.2
In elk geval zullen de volgende kosten welke verband houden met de
overdracht/continuïteit van de activiteiten en Activa worden voldaan door Koper. Het betreft:
(i)
kosten softwareontwikkelaar (de bouwer van realWorldCRM): Voor het exporteren van woningen/eigenaren van system(en) van koper naar realWorldCRM en/of andere ondersteunende diensten. Softwareontwikkelaar en koper dienen hier nadere afspraken over te maken. (...)”
3.9
Aan de Overeenkomst is een powerpoint blad (hierna: de Presentatie) gehecht, waarin onder andere is vermeld: “
RealWorldCRM is gebaseerd op het IONBASE ontwikkel platform. Dit open-source* platform is gebaseerd op (…). * De volledige broncode en het recht op doorontwikkeling wordt beschikbaar gesteld bij iedere installatie.”
3.1
Op 23 april 2018 heeft Scope Group op verzoek van Principle Group een overzicht gestuurd met de contactgegevens van Unity-X en andere partners en service providers van Scope Group.
3.11
Op 27 april 2018 heeft [geïntimeerde sub 2] aan Principle Group bericht: “
(..) The bottom line is that Network Company (or any of the other providers we’ve discussed: Unity-X, Whello…) are all replaceable given enough time and resources. (..)”.
3.12
Principle Group heeft Scope Group en Kastor c.s. op 5 juli 2018 gesommeerd RealWorldCRM en Realframe te leveren en heeft Scope Group en Kastor c.s. op 24 juli 2018 aansprakelijk gesteld. Principle Group heeft ten laste van Scope Group en Kastor c.s. diverse beslagen doen leggen.
3.13
Bij vonnis van 11 februari 2020 is Scope Group in staat van faillissement verklaard, met benoeming van [curator] tot curator.
3.14
Bij vonnis van 29 april 2020 is Principle Group in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. D. Cohen Tervaert tot curator. Bij overeenkomst van 13 juli 2020 heeft de curator de eventuele vorderingen van Principle Group op Scope Group en/of Kastor en/of [geïntimeerde sub 2] verkocht en geleverd aan [appellante] .

4.Beoordeling

4.1
Principle Group heeft in eerste aanleg (in de zaak met nummer C/13/654684 / HA ZA 18-982)
in conventieprimair gevorderd dat Scope Group wordt veroordeeld tot levering van de software RealWorldCRM in objectcodes en broncodes en subsidiair dat Scope Group en Kastor c.s. worden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding van € 85.000, met rente en met veroordeling van Scope Group en Kastor c.s. in de proceskosten (al dan niet op de voet van artikel 1019h Rv). Scope Group en Kastor c.s. hebben
in reconventieveroordeling van Principle Group gevorderd tot betaling van € 20.000, althans schadevergoeding (op te maken bij staat), wegens schending van een geheimhoudingsbepaling in de Overeenkomst. Daarnaast hebben zij een verklaring voor recht gevorderd dat Principle Group onrechtmatig heeft gehandeld door beslagen te doen leggen en verzocht om opheffing van de beslagen. De rechtbank heeft de conventionele vorderingen van Principle Group afgewezen en de reconventionele vorderingen van Scope Group en Kastor c.s. toegewezen. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt [appellante] met veertien grieven op.
4.2
Grieven 3 tot en met 12 richten zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de Overeenkomst in redelijkheid niet zo kan worden uitgelegd dat Scope Group de verplichting heeft om de broncode aan Principle Group te leveren. Met grief 13 betoogt [appellante] dat Kastor c.s. als bestuurders van Scope Group persoonlijk aansprakelijk zijn (uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid) voor door haar geleden schade. Grief 14 keert zich tegen het oordeel van de rechtbank dat Principle Group de geheimhoudingsbepaling uit de Overeenkomst heeft geschonden en als gevolg daarvan een boete is verschuldigd.
Omvang hoger beroep
4.3
Als gevolg van het faillissement van Principle Group geldt dat het onderhavige hoger beroep tussen [appellante] (als rechtsopvolgster van Principle Group) als appellante en Scope Group als geïntimeerde (naast Kastor c.s.), ten aanzien van de in eerste aanleg door Principle Group in conventie tegen Scope Group ingestelde vorderingen, van rechtswege is geschorst op grond van artikel 29 Fw. Het hoger beroep tussen Principle Group als appellante en Scope Group, Kastor en [geïntimeerde sub 2] als geïntimeerden, ten aanzien van de door Scope Group, Kastor en [geïntimeerde sub 2] in eerste aanleg in reconventie tegen Principle Group ingestelde vorderingen, is eveneens van rechtswege geschorst op grond van artikel 29 Fw. Een en ander is vastgelegd in de rolbeslisssing van dit hof van 8 december 2021.
4.4
Het voorgaande brengt mee dat het onderhavige hoger beroep alleen ziet op de vorderingen van [appellante] jegens Kastor c.s. In de kern gaat het in dit hoger beroep om de vraag of Kastor c.s. persoonlijk aansprakelijk zijn jegens [appellante] voor de gestelde schade als gevolg van het feit dat Scope Group de software RealWorldCMR niet (tevens) in broncode aan Principle Group heeft geleverd.
Kastor c.s. zijn niet persoonlijk aansprakelijk (bestuurdersaansprakelijkheid)
4.5
[appellante] heeft betoogd dat Kastor c.s. jegens haar persoonlijk aansprakelijk zijn omdat zij als bestuurders hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de Overeenkomst terwijl zij wisten, althans behoorden te weten, dat Scope Group niet in staat zou zijn de broncode behorend bij de software RealWorldCMR te leveren. Volgens [appellante] hebben Kastor c.s. zodoende te kwader trouw het vertrouwen gewekt dat Scope Group eigenaar was van de broncode. [geïntimeerde sub 2] heeft Principle Group voorgehouden dat alle partijen die Scope Group gebruikte in het kader van het beheer en de hosting van RealWorld CRM, waaronder Unity-X, vervangbaar waren. [geïntimeerde sub 2] heeft Principle Group in de waan gelaten dat zij RealWorldCMR (zelfstandig) kon ontwikkelen en heeft opzettelijk verzwegen dat zij daarvoor afhankelijk zou zijn van Unity-X als eigenaar van de broncode.
4.6
Het hof stelt voorop dat uitgangspunt is dat indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Aldus gelden voor het aannemen van aansprakelijkheid van een bestuurder naast de vennootschap hogere eisen dan in het algemeen het geval is. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het antwoord op de vraag of de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt als bedoeld kan worden gemaakt, is afhankelijk van de aard en ernst van de normschending en de overige omstandigheden van het geval. Indien de bestuurder namens de vennootschap een verbintenis is aangegaan en de vordering van de schuldeiser onbetaald blijft en onverhaalbaar blijkt, kan persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder worden aangenomen indien deze bij het aangaan van die verbintenis wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden, behoudens door de bestuurder aan te voeren omstandigheden op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem persoonlijk ter zake van de benadeling geen ernstig verwijt kan worden gemaakt (zie onder meer HR 6 oktober 1989, ECLI:NL:HR:1989:AB9521 (Beklamel) en HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR2006:AZ0758 (Ontvanger/Roelofsen), geval (i)). In de kern houdt dit zogenoemde “Beklamelcriterium” de eis in dat de bestuurder bij het aangaan van de verbintenis wist of behoorde te begrijpen dat de schuldeiser van de vennootschap als gevolg van zijn handelen schade zou lijden (zie 5 september 2014 ECLI:NL:HR:2014:2627).
4.7
Het verwijt dat [appellante] aan Kastor c.s. maakt, is dat zij namens Scope Group een verplichting zijn aangegaan – de verplichting tot het verstrekken van de broncode –, waarvan zij wisten of redelijkerwijze behoorden te begrijpen dat Scope Group deze niet zou kunnen nakomen. Dit verwijt leidt pas tot aansprakelijkheid van Kastor c.s. als bestuurders van Scope Group indien zij wisten of redelijkerwijze behoorden te begrijpen dat Principle Group als gevolg van het niet nakomen van de verplichting schade zou lijden en dat Scope Group voor die schade geen verhaal zou bieden. Dit zijn cumulatieve vereisten voor (persoonlijke) aansprakelijkheid van Kastor c.s. [appellante] heeft echter niets gesteld waaruit volgt dat ten tijde van het aangaan van de Overeenkomst voor Kastor c.s. voorzienbaar was dat Scope Group geen verhaal zou bieden voor (mogelijke) schade als gevolg van niet-nakoming van de Overeenkomst door Scope Group. Dat Scope Group eind april 2018 in betalingsproblemen verkeerde, is gesteld noch gebleken. De omstandigheid dat twee dochtermaatschappijen van Scope Group in staat van faillissement waren komen te verkeren, is daarvoor eveneens onvoldoende. Ook het faillissement van Scope Group zelf komt in dit verband geen betekenis toe omdat dit faillissement pas geruime tijd - bijna twee jaar - na het aangaan van de Overeenkomst is uitgesproken. Dat Kastor c.s. van de benadeling van [appellante] een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt, kan dus niet worden vastgesteld. Om die reden komt de vordering van [appellante] wegens onvoldoende onderbouwing niet voor toewijzing in aanmerking. Voor zover [appellante] heeft gesteld dat Kastor c.s. een specifiek jegens haar te betrachten zorgvuldigheidsnorm hebben geschonden – los van een tekortkoming of onrechtmatig handelen van Scope Group –, gaat het hof daaraan voorbij omdat ook die stelling onvoldoende is onderbouwd. Hetgeen [appellante] in dat verband heeft aangevoerd, namelijk dat Kastor c.s. als bestuurder hebben aangestuurd op het tot stand komen van de overeenkomst, kan de conclusie niet dragen dat zij persoonlijk onrechtmatig jegens de rechtsvoorgangster van [appellante] hebben gehandeld. [appellante] heeft verder nog verwezen naar bedrog (artikel 3:44 BW) en dwaling (artikel 6:228 BW) door [geïntimeerde sub 2] , maar zij heeft dit niet nader uitgewerkt, zodat het hof ook daaraan voorbij gaat. Daarmee faalt grief 13. In deze procedure kan gelet op het voorgaande in het midden blijven of een redelijke uitleg van de Overeenkomst meebrengt dat Scope Group verplicht was tot levering van de broncode. De grieven 3 tot en met 12 behoeven daarom geen verdere bespreking.
4.8
De veroordeling in het bestreden vonnis van Principle Group tot betaling van een boete aan Scope en Kastor c.s. wegens schending van de geheimhoudingsbepaling uit de Overeenkomst moet worden beschouwd als een veroordeling jegens Scope Group, nu alleen Scope Group partij was bij de Overeenkomst. Partijen hebben deze uitleg van de veroordeling tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep bevestigd. De appelprocedure tussen Principle Group als appellante en Scope Group en Kastor c.s. als geïntimeerden ten aanzien van deze veroordeling is van rechtswege geschorst op grond van artikel 29 Fw (zie onder 4.3). Grief 14 dient daarom buiten behandeling te blijven.
4.9
De grieven van [appellante] falen. [appellante] heeft geen bewijs aangeboden van voldoende concrete feiten die, indien bewezen, tot andere beslissingen zouden leiden. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. [appellante] zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep.

5.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep, voor zover dat tussen Principle Group als rechtsvoorgangster van [appellante] als eiseres en Kastor en [geïntimeerde sub 2] als gedaagden onder zaak-/rolnummer C/13/654684 / HA ZA 18-982 in conventie is gewezen;
veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Kastor c.s. begroot op € 2.071 aan verschotten en € 6.093 voor salaris;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Hoekzema, R.M. de Winter en M. Kremer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2022.