Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Hof:ten tijde van het opstellen van die rapporten in dienst van de gemeenschappelijke regeling Cocensus]), waarin de objecten A en B per de waardepeildatum zijn getaxeerd op respectievelijk € 715.000 en € 58.000. De objecten C, D en E zijn per de waardepeildatum getaxeerd op respectievelijk € 34.000, € 92.000 en € 1.066.000. Op 2 december 2019 heeft een inpandige opname plaatsgevonden door de taxateur.
De prijs voor maatschappelijke voorzieningen zonder winstoogmerk bedraagt:
€ 184,- per m² uitgeefbaar terrein
3.Geschil in hoger beroep
discounted cash flow’-methode. Dit leidt tot een waardering van nihil, omdat de onroerende zaken tot het vermogen van een structureel verlieslatende onderneming behoren, aldus belanghebbende nog steeds. De omstandigheid dat taxateur van de heffingsambtenaar bij een bezoek aan de onroerende zaken in [Z] heeft geweigerd de woning inpandig op te nemen, is reden temeer om de waarde van de woning tot nihil te verminderen volgens belanghebbende. Zij beroept zich ten slotte op ‘redelijkheid en billijkheid’.
4.Overwegingen van de rechtbank
De waarderingsmethode
5.Beoordeling van het geschil
discounted cash flow’-methode, volgt het Hof niet. Dat volgt namelijk geenszins uit de Wet WOZ en de daarbij behorende regelgeving. Daarin staat de waarde centraal, niet de methode. Over de wijze van waarderen is slechts in artikel 4 van de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken een instructienorm opgenomen voor de heffingsambtenaar. Maar zelfs daaruit volgt niet dat de heffingsambtenaar in enig geval de ‘
discounted cash flow’-methode moet toepassen.
6.Kosten
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover daarin is beslist op het beroep tegen de uitspraak op bezwaar over de voor de woning (de onroerende zaak [B-straat] 69a te [Z] ) voor het kalenderjaar 2020 vastgestelde waarde en over de voor de woning opgelegde aanslag onroerendezaakbelasting 2020;
- verklaart voornoemd beroep gegrond;
- vernietigt voornoemde uitspraak op bezwaar;
- vermindert de voor de woning voor het kalenderjaar 2020 vastgestelde waarde tot € 200.000 en vermindert de voor de woning opgelegde aanslag onroerendezaakbelasting 2020 dienovereenkomstig;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor het overige;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.518, en
- gelast de heffingsambtenaar aan belanghebbende het bij het instellen van beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 902 te vergoeden.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.