Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover deze op de boete betrekking heeft;
- vermindert de boete tot € 50 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde deel van de uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 12; en
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiseres te vergoeden.”
2.Feiten
Feiten
“Ten tijde van de zitting was duidelijk dat er een financiële compensatie zou volgen voor de slachtoffers van de Toeslagenaffaire, wat betekent dat de schuld aan de ontvanger ook veel minder groot zou worden. (…) De rechtbank heeft de verzuimboete naar mijn mening ten onrechte gematigd.”Ik antwoord dat hetgeen ik heb geschreven niet helemaal juist is. De rechtbank heeft met de kennis van toen een begrijpelijke beslissing genomen. Ik meen evenwel dat het Hof met de kennis van nu zou moeten oordelen dat de boetematiging niet nodig was.”
3.Geschil voor het Hof
4.Oordeel van de rechtbank
Beoordeling van het geschil
Slotsom
5.Beoordeling van het geschil
Voor zover belanghebbende haar hoger beroep tevens heeft willen richten tegen invorderingsmaatregelen, is niet de belastingrechter, maar de civiele rechter bevoegd daarover te oordelen. Aldus de inspecteur, die concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank op dit punt.
De inspecteur heeft pas tijdens de zitting in hoger beroep zijn standpunt geconcretiseerd, onder verwijzing naar door hem mondeling ingewonnen informatie bij een collega van de Belastingdienst Toeslagen (zie de onder 2.3 weergegeven verklaring).
De beoordeling van dit standpunt vergt een nader onderzoek van feitelijke aard, waarbij aan belanghebbende de gelegenheid geboden zou moeten worden om op dit standpunt te reageren. Niet aannemelijk is geworden dat de inspecteur niet in staat was om ten minste tien dagen vóór de zitting een nader stuk in te dienen met daarin zijn standpunt over de financiële draagkracht van belanghebbende, zodat belanghebbende voorafgaand aan de zitting van dit standpunt kennis had kunnen nemen en erop had kunnen reageren. Bij de afweging om het onderzoek voort te zetten dan wel te beëindigen brengt, onder deze omstandigheden, naar het oordeel van het Hof het belang van een doelmatige procesgang met zich dat het onderhavige standpunt van de inspecteur als tardief wordt gepasseerd.
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.