ECLI:NL:GHAMS:2021:791
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in jeugdstrafrecht met betrekking tot ontploffing en wapenbezit
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 17 november 2020. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen en verboden wapenbezit, gepleegd op 1 januari 2020 te Haarlem. Het hoger beroep was ingesteld door de verdachte tegen het vonnis van de rechtbank, waarbij een hoofdelijkheidsclausule was opgelegd bij de vordering van de benadeelde partij.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 maart 2021 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft verzocht om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. De verdediging heeft argumenten aangevoerd tegen de hoofdelijkheidsclausule, met de stelling dat dit nadelige gevolgen heeft voor de verdachte, vooral gezien de verstoorde relatie met de medeverdachte en het contactverbod. Het hof heeft echter geoordeeld dat het onredelijk zou zijn om de schadevergoeding van de benadeelde partij te beïnvloeden door de omstandigheden van de verdachte.
Het hof heeft geconcludeerd dat de benadeelde partij recht heeft op volledige schadevergoeding, ongeacht de aansprakelijkheid van de verdachte. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die zijn gepresenteerd. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 18 maart 2021.