Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 1 januari 2020 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ontploffing teweeg heeft gebracht door een vuurwerkbom, althans een explosief aan/op/bij een ruit/deur/pui van een bedrijfspand ( [pannenkoekenrestaurant] , gelegen aan [adres] ) te bevestigen/plakken/plaatsen en/of (vervolgens) (open) vuur in aanraking te brengen met die vuurwerkbom/dat explosief en/of deze aan te steken en/of tot ontbranding te brengen, waardoor deze tot ontploffing is gekomen en/of de ruit is gebroken/verbroken, en daarvan gemeen gevaar voor dat bedrijfspand, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
hij op of omstreeks 1 januari 2020 te [plaats] een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een nabootsing van een pistool (te weten van het merk Colt, type 1911 voorhanden gehad.
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (met fotobijlage) van [naam] namens [pannenkoekenrestaurant] van 1 januari 2020 (dossierpagina’s 62 - 68);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict (met fotobijlage) van 24 februari 2020 (dossierpagina’s 85 - 124).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict van 24 februari 2020 (dossierpagina’s 86 onderaan en 87 bovenaan);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (met fotobijlage) van 24 juni 2020 (dossierpagina’s 253 - 256).
hij op 1 januari 2020 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander, een ontploffing teweeg heeft gebracht door een vuurwerkbom aan/op een pui van een bedrijfspand, [pannenkoekenrestaurant] , gelegen aan [adres] , te bevestigen en vervolgens deze aan te steken en tot ontbranding te brengen, waardoor deze tot ontploffing is gekomen en de ruit is gebroken en waarvan gemeen gevaar voor goederen waaronder dat bedrijfspand te duchten was;
hij op 1 januari 2020 te [plaats] een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kan vormen en dat zodanig op een wapen gelijkt dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een nabootsing van een pistool, te weten van het merk Colt, type 1911, voorhanden heeft gehad.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
- zal meewerken aan begeleiding door de jeugdreclassering;
- zal meewerken aan behandeling bij de Opvoedpoli of een soortgelijke instantie;
- een structurele dagbesteding heeft in de vorm van onderwijs/stage/werk;
- op geen enkele wijze contact zal hebben met [naam 1] , [naam 3] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] ;
- aanstaande Oud en Nieuw (2020-2021) zal verblijven op het adres van zijn opa en oma.
Gelet op betrokkene's reactie en uitspraken over zijn aandeel en de grote (gevoelens van) schuld die hij hierdoor aanvankelijk heeft ervaren, acht de deskundige het gevaar van herhaling van een gelijksoortig delict laag.
Uit het onderzoek zijn verschillende risicofactoren naar voren gekomen, zoals verhoogde impulsiviteiten - in lichte mate - middelengebruik, maar ook een veelheid aan beschermende factoren. De belangrijkste daarvan zijn een adequaat pedagogisch milieu bij de grootouders en een - deels - adequaat opvoedingsklimaat bij moeder. Daarbij heeft betrokkene een positieve relatie met deze drie volwassenen en met zijn vader en is er al geruime tijd passende hulp. Tevens beschikt hij over een hoge mate van ‘sociale competentie’ en is hij het afgelopen halfjaar meer gericht op school en zijn toekomst. Geadviseerd wordt het huidige hulpaanbod van 'De Opvoedpoli' te continueren. Gelet op de ernstig verstoorde relatie met de medeverdachte zou het zeer wenselijk zijn als er - mettertijd - een traject ‘Perspectief Herstelbemiddeling’ in gang zou worden gezet. Als juridisch kader wordt gedacht aan een voorwaardelijke straf, met als voorwaarden verder mee te werken aan het voorgestelde hulpaanbod en de overige aanwijzingen van de jeugdreclassering op te volgen.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
TWEEHONDERD (200) URENtaakstraf in de vorm van een
werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door EENHONDERD (100) DAGEN jeugddetentie, met bevel dat een gedeelte groot
EENHONDERDENTWINTIG (120) UREN, bij niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door ZESTIG (60) DAGEN jeugddetentie,
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een
proeftijdvast van
twee jaren.
- zal meewerken aan begeleiding door de jeugdreclassering;
- zal meewerken aan behandeling bij de Opvoedpoli of een soortgelijke instantie;
- een zinvolle dagbesteding heeft in de vorm van onderwijs en werk/stage;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- op 31 december 2020 van 16.00 uur tot 1 januari 2021 16.00 uur op het adres van zijn opa en oma verblijft.
€ 5.940,04, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [pannenkoekenrestaurant] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.