ECLI:NL:GHAMS:2021:59

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 januari 2021
Publicatiedatum
19 januari 2021
Zaaknummer
23-000417-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis in hoger beroep betreffende verkrachting en doodslag met TBS

Op 19 januari 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 6 februari 2020. De zaak betreft de verdachte, geboren in Eritrea in 1998, die is veroordeeld voor verkrachting en doodslag op een 68-jarige vrouw in Buitenveldert. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van 6 jaar en TBS met dwangverpleging opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, na het horen van de verdachte, zijn raadsman en de advocaat-generaal. Tijdens de zittingen op 2 oktober 2020, 16 oktober 2020 en 5 januari 2021 is het bewijs en de mate van ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte besproken. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld over de ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte en heeft de vordering van de raadsman tot nader onderzoek afgewezen. Het hof heeft de bewijsmiddelen en de verklaringen van deskundigen in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat er geen nieuwe informatie beschikbaar is die aanleiding geeft tot hernieuwd onderzoek. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, met enkele aanpassingen in de bewijsmiddelen en de vermelding van paginanummers van processen-verbaal. De vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde taakstraf is afgewezen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000417-20
datum uitspraak: 19 januari 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de rechtbank Amsterdam van 6 februari 2020 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers
13-097989-19 (zaak A) en 13-187701-19 (zaak B) en 13-035015-17 (zaak C) en 09-155512-18 (tul) tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Eritrea) op [geboortedag] 1998,
thans gedetineerd in P.I. Haaglanden/PPC, locatie Scheveningen, te ’s-Gravenhage.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 2 oktober 2020, 16 oktober 2020 en 5 januari 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte en het openbaar ministerie hebben hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep, waaronder in het bijzonder ook hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht, heeft het hof niet tot andere inzichten gebracht dan door de rechtbank in het vonnis waarvan beroep is overwogen en beslist, ook niet ten aanzien van de mate van ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde.
Het hof verenigt zich derhalve met dit vonnis en zal dit bevestigen met dien verstande dat het hof:
-het in de bijlage bij het vonnis onder 2 genoemde bewijsmiddel zal aanpassen zoals hieronder
weergegeven,
-paginanummers zal vermelden van de processen-verbaal op basis waarvan de rechtbank redengevende
feiten en omstandigheden heeft vastgesteld,
-het ter terechtzitting in hoger beroep door de raadsman gedane (voorwaardelijke) verzoek zal bespreken
en
-de door de rechtbank gemotiveerde beslissing ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging, die door
de rechtbank niet ook in het dictum is opgenomen, alsnog in het dictum zal opnemen.

Ten aanzien van de bewijsmiddelen

-Het hof beperkt de voor het bewijs gebruikte tekst van het ten aanzien van zaak A feit 1 onder 2 gebruikte bewijsmiddel als volgt.
2. Een geschrift, zijnde het rapport ‘Neuropathologisch Onderzoek’, met zaaknummer 2019.06.11.1212 van 9 oktober 2019, opgesteld door prof. Dr. [naam 1], als deskundige verbonden aan het Nederlands Forensisch Instituut, doorgenummerde pag. 1158 e.v. Dit verslag houdt onder meer in als verklaring van voornoemde deskundige, zakelijk weergegeven:
Datum aanvraag: 11 juni 2019
Overledene: [slachtoffer]
Conclusie:
Het neuropathologisch onderzoek van de dura toont een meerdere weken oude neomembraan als resttoestand na een subduraal hematoom.
-Het hof begrijpt dat de rechtbank ten aanzien van de gebezigde bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting ten aanzien van zaak A feit 1 mede heeft gedoeld op de door hem bij de politie afgelegde verklaring op 4 juli 2019 en in het bijzonder de doorgenummerde pagina’s 1145, 1147 en 1148.
-De rechtbank heeft ten aanzien van zaak A in de bewijsmotivering verwezen naar verklaringen van getuigen. De bijbehorende paginanummers zijn de volgende: [getuige 1] (p. 1036) en [getuige 2] (p. 1037).

Bespreking van het voorwaardelijk verzoek

De raadsman heeft aangevoerd dat de verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging en volledig ontoerekeningsvatbaar dient te worden verklaard voor het aan hem ten laste gelegde, zodat aan hem naast TBS met dwangverpleging geen straf kan worden opgelegd. Hij heeft verzocht de zaak aan te houden voor het laten doen van nader onderzoek – zoals eerder in Teylingeind heeft plaatsgevonden – indien het hof de verdachte niet volledig ontoerekeningsvatbaar acht.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende. Met betrekking tot de verdachte is een Pro Justitia rapport opgemaakt op 13 januari 2020, door psychiater [naam 2] en GZ-psychologe [naam 3]. Dit rapport is tot stand gekomen na multidisciplinair onderzoek en (verlengde) klinische observatie van de verdachte gedurende in totaal dertien weken in Teylingereind. Het gedragskundig team adviseert daarin de verdachte het ten laste gelegde ten minste in verminderde mate toe te rekenen. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de psychiater verklaard dat volledige ontoerekeningsvatbaarheid niet kon worden onderbouwd. De rechtbank heeft geconcludeerd tot sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte.
Op verzoek van het hof hebben [naam 2] en [naam 3] schriftelijk vragen van het hof beantwoord. Zij verklaren in hun brief van 13 december 2020 dat in de dertien weken onderzoek alle mogelijke informatie bijeen is gebracht, op basis waarvan zij tot hun conclusies en advies zijn gekomen. “Wanneer geen nieuwe informatie beschikbaar komt, zullen de conclusie en het advies door ondergetekenden ongewijzigd blijven”.
[naam 3] is ook ter terechtzitting in hoger beroep gehoord. Zij is bij het eerdere advies gebleven en ook ter zitting heeft zij verklaard dat de kans klein is dat nader onderzoek van de verdachte leidt tot nieuwe informatie en (andere) inzichten.
Noch de brief van 13 december 2020, noch de verklaring van [naam 3], noch hetgeen overigens ter terechtzitting naar voren is gebracht, geven derhalve aanleiding om tot nader onderzoek – al dan niet in de vorm van een herhaalde klinische observatie van de verdachte – te besluiten. Het hof acht zich ook overigens voldoende voorgelicht. Het hof acht nader onderzoek van de verdachte daarom niet noodzakelijk en wijst het verzoek van de raadsman daartoe af.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 5 december 2018, parketnummer 09-155512-18, voorwaardelijk opgelegde taakstraf voor de duur van twintig uren.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Duker, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. F.A. Hartsuiker, in tegenwoordigheid van
mr. M.A.T. van Willigen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 januari 2021.