Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten en procesverloop
3.Beoordeling
Overwaarde is vermogen dat u niet benut en dus ook niets oplevert. Door nu de overwaarde voor u aan het werk te zetten, kunt u in 5 jaar tijd een behoorlijk kapitaal opbouwen”is veeleer een algemene aanprijzing van het idee om met de overwaarde van de eigen woning te gaan beleggen, dan een op de persoonlijke situatie van [appellant] toegesneden advies. [A] heeft alleen informatie verstrekt over het product Overwaarde Effect en geen enkel ander product onder zijn aandacht gebracht. [A] heeft [appellant] geen beredeneerde aanbeveling gedaan. [appellant] stelt immers niet dat [A] heeft onderbouwd waarom het product Overwaarde Effect geschikter voor hem was dan andere beleggings- en spaarvormen/producten. Het moet ook voor [appellant] duidelijk zijn geweest dat [A] hem het product Overwaarde Effect wilde verkopen. Het incidentele gebruik van het woord advies en adviseur maakt dat niet anders.
5. U belegt met geleend geld; dit betekent dat u de kans loopt, dat u uw geld verliest en zelfs dat u een schuld kunt overhouden.” Daarmee heeft Spaar Select [appellant] schriftelijk gewaarschuwd voor het aan het product Overwaarde Effect verbonden risico van het verlies van de inleg en het overhouden van een restschuld. Nu jegens [appellant] in zoverre is voldaan aan de op Spaar Select en/of Dexia rustende waarschuwingsplicht en ook is voldaan aan de op hen rustende onderzoeksplicht (zie 3.13) is er, ook indien [appellant] erop zou hebben mogen vertrouwen dat [A] een op zijn specifieke situatie toegesneden beleggingsadvies zou geven, geen grond de vergoedingsplicht van Dexia geheel in stand te laten. Uit het hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad van 6 september 2013 volgt niet dat een adviesrelatie als zodanig rechtvaardigt dat [appellant] niet of minder alert hoeft te zijn op de aan hem meegedeelde risico’s of dat hij zich minder hoeft in te spannen om wat hem is meegedeeld te begrijpen.
Lessee kan deze lease-overeenkomst na 60 maanden dagelijks met onmiddellijke ingang en zonder annuleringskosten beëindigen (…). Bij beëindiging binnen deze 60 maanden zal naast betaling of verrekening van de restant-hoofdsom met de verkoopopbrengst van de waarden, door lessee een bedrag verschuldigd zijn gelijk aan 50% van de nog niet verstreken bruto maandtermijnen t/m de 60e maand, vermeerderd met 20% van de reeds verstreken bruto maandtermijnen en verminderd met de nog niet verstreken vooruitbetaalde bruto maandtermijnen. Onder bruto maandtermijnen wordt verstaan de maandtermijnen zonder korting.”