Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
ACTIVITEIT GEBRUIK GRONDEN EN BOUWWERKEN (bestemming)
Het overzicht is gespecificeerd voor verschillende kostenrubrieken (personeelslasten, overhead en overige kosten). In dit overzicht is vermeld dat de totale geraamde kosten
€ 3.124.500 bedragen en de totale geraamde opbrengsten € 1.684.300, hetgeen resulteert in een kostendekkingspercentage van 53,91.
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
5.Beoordeling van het geschil
De bouw van de woning met schuur waarop de aanvraag omgevingsvergunning ziet, heeft namelijk al plaatsgevonden in 2013 en 2014; voor deze bouwactiviteiten zijn reeds leges geheven voor een bedrag van € 12.023. Bovendien zijn de tekeningen die bij de tweede aanvraag zijn ingediend, exact dezelfde als die van de in 2012 ingediende aanvraag. Daarnaast heeft belanghebbende nog steeds niet kunnen achterhalen, ondanks een verzoek tot verduidelijking tijdens de zitting bij de rechtbank, hoe het bedrag van € 9.780 is berekend.
De vermelding van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 1 (in plaats van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3) van de Wabo berust op een verschrijving. Dat sprake is van een verschrijving, blijkt genoegzaam uit de context van de vergunning als geheel, met name uit de tekst onder ‘Activiteit gebruik gronden en bouwwerken (bestemming)’ en onder ‘Overwegingen’.
Het voldoet daarvoor niet om in algemene zin te stellen dat onduidelijk welke kosten de gemeente toerekent omdat onderliggende berekeningen en uitsplitsingen ontbreken of om te wijzen op tariefverschillen in legesverordeningen van bij hetzelfde samenwerkingsverband aangesloten gemeenten (waarvoor de heffingsambtenaar overigens een verklaring heeft gegeven, zoals weergegeven onder 5.2.5). Ook deze grief van belanghebbende treft derhalve geen doel.
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.