Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
niet is hersteld.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de vordering van [geïntimeerde] tot verwijdering van zijn persoonsgegevens uit het Extern Verwijzingsregister van Stichting CIS, waar hij geregistreerd staat vanwege vermeende verzekeringsfraude. [geïntimeerde] had zijn auto verzekerd bij Reaal, die na schadeclaims twijfels had over de juistheid van de claims. De voorzieningenrechter in eerste aanleg oordeelde dat de registratie onterecht was, omdat onvoldoende bewijs was geleverd voor de beschuldiging van fraude. Reaal ging in hoger beroep tegen deze beslissing. Het hof overweegt dat [geïntimeerde] de juiste rechtsgang niet heeft gevolgd, aangezien hij niet het verzoekschrift bij de rechtbank heeft ingediend zoals voorgeschreven in artikel 35 van de Uitvoeringswet AVG. Het hof concludeert dat het spoedeisend belang van [geïntimeerde] niet voldoende is aangetoond, waardoor de vordering in kort geding niet kan worden toegewezen. De zaak wordt verwezen naar de rol voor verdere uitlating door [geïntimeerde].