Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Feiten
3.Geschil in (incidenteel) hoger beroep
4.Oordeel van de rechtbank
Waardering winkelpand
De rechtbank is van oordeel dat om die reden het ontbreken van de oude huurovereenkomst niet aan eiseres kan worden tegengeworpen. Verder heeft verweerder zijn stelling niet onderbouwd.
Dit betekent dat verweerder niet aan de op hem rustende bewijslast heeft voldaan om aannemelijk te maken dat de door hem voor het winkelpand per 1 januari 2017 vastgestelde waarde niet te hoog is. Gelet hierop dient het beroep gegrond te worden verklaard.
5.Beoordeling van het geschil
(…)
Op de vraag van de voorzitter of ik een inhoudelijke toelichting kan geven bij de matrix, antwoord ik dat de objecten in hetzelfde winkelrondje zijn gelegen als het winkelpand. [vergelijkingsobject xxx] is evenwel een uitzondering en is gelegen op een A2 locatie. [straat x] is de winkelstraat waar [regio in Nederland] komt winkelen. In die straat zitten alle grote ketens. In de bezwaarfase is verwezen naar de objecten [vergelijkingsobject xxxx] en [vergelijkingsobject xxxxx] , die liggen buiten het winkelrondje. Wij vonden dat geen goede referentieobjecten gelet op de objecten die wel voorhanden waren.”
Voorts is ook over de drie in de matrix vermelde vraaghuren en de objecten waarop deze betrekking hebben onvoldoende bekend, aldus belanghebbende.
Evenmin volgt uit hetgeen de heffingsambtenaar in hoger beroep heeft aangevoerd dat de door de rechtbank vastgestelde waarde te laag is. Het Hof zal derhalve deze waarde in hoger beroep in stand laten.
Stcrt. 28 mei 2018, nr. 28796. Dit betekent dat wordt uitgegaan van een uurtarief van € 68 (tarief voor courante niet-woningen, exclusief BTW) en dat het voor de verrichte taxatie te vergoeden bedrag uitkomt op afgerond € 329 (inclusief BTW).
6.6. Kosten
Ingevolge artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van het Besluit stelt het Hof het bedrag van deze kosten overeenkomstig het in de bijlage bij het Besluit opgenomen tarief vast op:
- bezwaarfase: 2 punten (proceshandelingen: bezwaarschrift en verschijnen hoorzitting) x
€ 265 x 1 (wegingsfactor) = € 530 + € 329 (taxatierapport) = € 859.
- hogerberoepsfase: 3 punten (proceshandelingen: hogerberoepschrift, verweerschrift en verschijnen zitting Hof) x € 534 x 1 (wegingsfactor) = € 1.602.
In totaal bedragen de te vergoeden proceskosten derhalve € 2.461.
7.7. Beslissing
mr. A.F.J.S. Molleman als griffier. De beslissing is op 21 september 2021 in het openbaar uitgesproken.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.