In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1996, was beschuldigd van het rijden onder invloed van drugs en alcohol op 22 juli 2019 in Zaandam. De tenlastelegging omvatte het besturen van een personenauto na gebruik van cannabis en alcohol, waarbij de bloedwaarden de wettelijke grenswaarden overschreden. Tijdens de zitting in hoger beroep op 8 juli 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman gehoord. Het hof oordeelde dat, hoewel de termijn voor bloedafname en het onderzoek van het bloedmonster overschreden waren, deze overschrijdingen geen invloed hadden op de betrouwbaarheid van het onderzoek. De Hoge Raad had eerder geoordeeld dat dergelijke termijnoverschrijdingen niet noodzakelijkerwijs de betrouwbaarheid van de resultaten aantasten. Het hof concludeerde dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden, ondanks de geconstateerde vormverzuimen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van 20 dagen hechtenis indien deze niet naar behoren werd verricht. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, en oordeelde dat de straf passend was.