Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
2.[geïntimeerde sub 2] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
(…) De onderneming TCN heeft al geruime tijd te kampen met een oplopend liquiditeitsprobleem. Op instigatie van de banken heeft PwC in de afgelopen weken een onderzoek uitgevoerd naar o.a. de liquiditeitspositie van de onderneming. Mede naar aanleiding van de eerste onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat de huidige financiële situatie uiterst precair is. Teneinde te voorkomen dat de onderneming afglijdt naar een voor alle betrokkenen onwenselijk insolventiescenario, dienen op korte termijn concrete stappen te worden gezet om te komen tot een mogelijke herstructurering. Nadrukkelijke doelstelling hierbij is om de onderneming indien mogelijk te laten voortbestaan met inachtneming van de gerechtvaardigde belangen van de schuldeisers. Essentieel hierbij zijn de uitkomsten van het tweede deel van het onderzoek door PwC en de volledige inzet van de directie van TCN om te komen tot een financieel haalbaar herstructureringsplan. (…)”.De brief beschrijft verder een aantal maatregelen die TCN in het kader van de herstructurering zal nemen, waaronder een wijziging in het bestuur van TCN die meebracht dat [geïntimeerde sub 2] geen directielid meer was en dat de heer [A] (hierna: [A] ) per direct werd benoemd als CRO en verantwoordelijk zou worden voor de totstandkoming en uitvoering van het met de banken nader overeen te komen herstructureringsplan.
“
(…) Bijgaand de stukken t.b.v. de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering van TCN UROP SE (…). Onderstaand nog een korte toelichting:
Bij dit e-mailbericht waren de geconsolideerde halfjaarcijfers over 2012, de resultaatsprognose over 2012 en de verwachte afwaardering van het vastgoed per 31 december 2012 van TCN gevoegd. Later die dag heeft Multisafe Liberty ook het jaarverslag 2011 van TCN gezonden (de informatie uit beide e-mails hierna gezamenlijk: de verstrekte informatie). De verstrekte informatie was de informatie die eerder ook aan Chubb was verstrekt (zie 3.4).
“(…) TCN opent het gesprek en legt uit in welke moeilijke situatie TCN zich nu bevind en welke rol een ieder daarin heeft. De activiteiten van PWC zijn eveneens uitgelegd.” (…).
excesspolis aangeboden voor € 2.500.000 met als enige voorbehoud een ingevulde no-claim verklaring. Bij e-mailbericht van 3 september 2012 heeft Multisafe laten weten dat TCN een voorkeur heeft voor een verzekering op basis van co-assurantie; Liberty heeft diezelfde dag aan Multisafe bericht de polis (op basis van co-assurantie) te hebben genoteerd.
“(…) Ondergetekende verklaart door ondertekening van deze verklaring dat:
- er in het verleden geen aanspraken op schadevergoeding tegen verzekeringnemer of verzekerde(n) zijn ingesteld;
- er geen betrokkenheid van verzekeringnemer of verzekerde(n) is in een lopende procedure;
- er geen omstandigheden bekend zijn die tot een aanspraak kunnen leiden;
- er in het verleden geen aansprakelijkheidsverzekering geweigerd is door een verzekeringsmaatschappij. (…).
- De directe liquiditeitsbehoefte is hoger dan door TCN ingeschat en bedraagt voor de onderzochte periode EUR 3.700.000;
- Overleg met crediteuren heeft geleid tot een veroudering van het crediteurenbestand (…) in 6 maanden;
- Het crediteurenrisico wordt gekwantificeerd op EUR 7.000.000; en
- Geen additionele financiering voor TCN;
- Maximaal behoud van waarde van de bezittingen; en
- ‘De-risking’ van de organisatie. (…)”.
“(…) [geïntimeerde sub 1] heeft ter zitting van het hof toegelicht (…) dat er in het voorjaar en de zomer van 2012 binnen de TCN-groep sprake was van een zeer urgente cashflow-situatie. Het ging met name om betaling van de salariskosten van personeel, energiekosten (…) en een betalingsregeling met de belastingdienst (…), bij niet-betaling waarvan de continuïteit van de TCN-groep direct in gevaar kwam. Voor alle betalingen binnen de groep was de toestemming van Rabobank vereist, waarbij Rabobank controle uitoefende op de saldi van de rekeningen-courant van de groepsvennootschappen en aanwijzingen gaf welke liquiditeiten moesten worden benut.(…)”.
4.Beoordeling
in grief II(en in de algemene toelichting bij de grieven) betoogd dat TCN haar mededelingsplicht heeft geschonden door Liberty voorafgaand aan het aangaan van de verzekering te voorzien van onjuiste en misleidende financiële informatie over de situatie bij TCN. De door TCN verstrekte informatie was onvoldoende voor een adequate risicobeoordeling. Liberty heeft naar voren gebracht dat TCN haar in ieder geval (ook) had moeten informeren over de ontwikkelingen bij TCN in het voorjaar en de zomer van 2012 die de financiële gezondheid van TCN rechtstreeks raakten. Het gaat daarbij in het bijzonder om het PwC-onderzoek naar de liquiditeitsbehoefte van TCN in opdracht van de banken, de op handen zijnde door de banken afgedwongen herstructurering, de beslissing van de banken geen nadere financiering te verstrekken en de rente- en aflossingsverplichtingen van TCN op te schorten, het feit dat TCN-groepsvennootschappen (zoals TCN QS) alleen met toestemming van de banken betalingen mochten verrichten en het gedwongen vertrek van [geïntimeerde sub 2] als directielid van TCN. Door deze informatie niet te verstrekken heeft TCN Liberty een te positief beeld geschetst van haar financiële situatie. Liberty heeft aangevoerd dat deze informatie relevant was bij het aangaan van verzekering omdat een faillissement van een verzekeringnemer een groot risico is voor een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeraar. Ook grote financiële problemen bij een verzekeringnemer verhogen het risico op claims uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid aanzienlijk. TCN was (in ieder geval via Multisafe) volgens Liberty ook bekend met het belang van die informatie voor Liberty.
De uitkomst van ons gesprek was dat ik de heer [C] de nodige informatie zou toesturen, zodat hij zou kunnen kijken of hij zich op basis daarvan een goed oordeel zou kunnen vormen over het te verzekeren risico.”. [B] heeft [C] vervolgens informatie gestuurd over de financiële positie van TCN. Hieruit valt af te leiden dat [C] heeft verzocht om informatie over de financiële positie van TCN, die hem in staat stelde het te verzekeren risico te kunnen beoordelen, en dat [B] het verzoek van [C] ook zo heeft begrepen. Het hof volgt [geïntimeerden] daarom niet in hun betoog dat [C] alleen en specifiek om de verstrekte informatie heeft gevraagd (dezelfde informatie die eerder naar Chubb was gestuurd). Dat [C] specifiek gevraagd heeft om de door [B] toegezonden stukken volgt niet uit de e-mailcorrespondentie en evenmin uit de verklaringen van [B] en [C] . Deze stelling wordt dan ook als niet onderbouwd verworpen.
going concern’. [geïntimeerden] hebben deze paragraaf aan hun verweer ten grondslag gelegd. Deze paragraaf is een vereiste voor het opmaken van een jaarrekening en veronderstelt de continuïteit van TCN en de voortzetting van haar activiteiten in de komende twaalf maanden (hierna: de continuïteitsbepaling). Hiermee werd de indruk gewekt dat de continuïteit van TCN in ieder geval voor het komende boekjaar gewaarborgd was. Ten tijde van de aanvraag van de verzekering hadden zich echter ontwikkelingen voorgedaan waardoor de continuïteitsveronderstelling op zijn minst genomen in twijfel kon worden getrokken en die maakten dat de verstrekte informatie geen weerspiegeling meer was van de actuele financiële stand van zaken. Uit de brief van Rabobank Nederland van 17 augustus 2012 en het memo blijkt dat TCN was ondergebracht bij de afdeling bijzonder beheer van Rabobank en de financierende banken bij TCN hadden ingegrepen. Zij bestempelden de financiële situatie van TCN als “
uiterst precair”. Een verzoek van TCN om werkkapitaalfinanciering was in juni 2012 al afgewezen. In augustus 2012 had PwC, zo blijkt uit het memo, van de banken de vervolgopdracht gekregen te onderzoeken hoe het behoud van waarde voor de banken kon worden gewaarborgd zonder additionele financiering, terwijl uit het eerste onderzoek door PwC al was gebleken dat de liquiditeitsbehoefte en het crediteurenrisico van TCN hoger waren dan ingeschat (en dat dus additionele financiering nodig was). Zoals Liberty, onder verwijzing naar het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 22 december 2012, verder onbetwist heeft aangevoerd, bestonden in het voorjaar en de zomer van 2012 binnen de TCN-groep urgente liquiditeitsproblemen, zodanig dat salarissen en energiekosten niet zonder meer konden worden voldaan, en was voor betalingen binnen de groep toestemming van Rabobank vereist. Een dag nadat Multisafe namens TCN de verstrekte informatie had gestuurd over de financiële positie van TCN ten behoeve van het sluiten van de verzekering, had TCN een bespreking met [X] waarin zij haar moeilijke situatie en de activiteiten van PwC heeft toegelicht. Deze ontwikkelingen, die zich deels hebben voorgedaan nadat de verstrekte informatie was opgesteld, duiden erop dat in augustus 2012 de toekomst van TCN in de handen lag van de banken en dat voor de continuïteit van TCN op zijn minst viel te vrezen.