Uitspraak
1.hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 september 1991 tot en met 31 november 1991 te [adres ] , gemeente [gemeente] , en/of elders in Nederland,
2.hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 december 1991 tot en met 19 september 2001 te [adres ] , gemeente [gemeente] , en/of te IJmuiden en/of elders in Nederland,
1.op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 september 1991 tot en met 31 november 1991 in Nederland,
2.op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 december 1991 tot en met 19 september 2001 in Nederland,
verklaring van de aangeefster [benadeelde]:
schriftelijk verslag van de aangeefster [benadeelde](dossierpag. 26-28). Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
verklaring van de aangeefster [benadeelde]:
brief van de aangeefster [benadeelde], gericht aan de verdachte van december 2016 die de verdachte – zo begrijpt het hof in samenhang beschouwd met de overige bewijsmiddelen, met name de bewijsmiddelen die zijn opgenomen onder nummers 7 en 8 – op 10 december 2016 heeft ontvangen (dossierpag. 54-56). Dit geschrift houdt in, voor zover van belang:
wenskaart(dossierpag. 29-30). Dit geschrift (het hof begrijpt uit bovengenoemde aangifte: door de aangeefster ontvangen een week nadat zij de brief aan [verdachte] gestuurd had) houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven als mededeling
van [naam 1]:
medisch dossier van [benadeelde](dossierpag. 32-53). Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
contactdatum: donderdag 3 februari 200[5].
verklaring van getuige [getuige 1]:
getuige [naam 4]:
getuige [naam 8]:
Een volgend gesprek tussen [naam 1] , mijn vrouw en ik heb ik opgenomen. Dat gesprek staat op een usb-stick die in uw bezit is.
getuige [zus]:
mededeling van de verbalisant voornoemd:
verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep op 8 juni 2021. Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
telkensop:
– verzoek deze toe te wijzen als proceskosten
gevangenisstrafvoor de duur van
32 (tweeëndertig) maanden.
€ 34.364,79 (vierendertigduizend driehonderdvierenzestig euro en negenenzeventig cent) bestaande uit € 4.364,79 (vierduizend driehonderdvierenzestig euro en negenenzeventig cent) materiële schade en € 30.000,00 (dertigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.