Uitspraak
AMSTERDAM
1.[verzoeker sub 1] ,
[verzoeker sub 2],
ASCOM GROUP S.A.,
TERRA RAF TRANS TRAIDING LTD.,
1.REPUBLIEK KAZACHSTAN,
SAMRUK-KAZYNA JSC,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging van twee arbitrale vonnissen die zijn gewezen in een geschil tussen [verzoeker sub 1 en sub 2] en de Republiek Kazachstan. De arbitrale vonnissen, die betrekking hebben op investeringen in Kazachse olievelden, zijn op 19 december 2013 en 17 januari 2014 in Stockholm gewezen. Kazachstan heeft de erkenning en tenuitvoerlegging van deze vonnissen betwist op grond van procedureel bedrog en andere weigeringsgronden zoals genoemd in het Verdrag van New York. Het hof heeft vastgesteld dat de door Kazachstan aangevoerde gronden voor weigering niet voldoende zijn onderbouwd. Het hof heeft geoordeeld dat er geen bewijs is dat [verzoeker sub 1 en sub 2] het scheidsgerecht opzettelijk heeft misleid en dat de vermeende misleiding geen wezenlijke invloed heeft gehad op de arbitrale vonnissen. Het hof heeft het verzoek van [verzoeker sub 1 en sub 2] tot erkenning en tenuitvoerlegging toegewezen en het verzoek van Kazachstan om inzage in bepaalde stukken afgewezen. Kazachstan is veroordeeld in de proceskosten van [verzoeker sub 1 en sub 2].