Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[verzoeker sub 1] ,
[verzoeker sub 2],
ASCOM GROUP S.A.,
TERRA RAF TRANS TRAIDING LTD.,
1.REPUBLIEK KAZACHSTAN,
SAMRUK-KAZYNA JSC,
1.Het procesverloop
2.Beoordeling
tijdigeen beroep erop heeft gedaan dat de arbiters hun opdracht hebben geschonden en indien het niet houden aan de opdracht
ernstigvan aard is. Arbiters noch partijen hebben met deze wijziging in het procesrecht rekening kunnen houden, aldus Kazachstan. Het hof overweegt dat de door Kazachstan weergegeven wijzigingen van artikel 1076 lid 4 Rv van ondergeschikte aard zijn, en bovendien niet aan de orde zijn in een geval als het onderhavige, waarin het Verdrag van New York van toepassing is. Het is bovendien maar zeer de vraag of arbiters dan wel partijen bij een buitenlandse arbitrage daadwerkelijk rekening houden met het Nederlandse procesrecht inzake arbitrages. Een en ander geeft in elk geval onvoldoende aanleiding te veronderstellen dat de Nederlandse wetgever heeft bedoeld dat het oude recht betreffende de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen ook op buitenlandse arbitrages aangevangen voor 1 januari 2015 van toepassing dient te blijven. Kazachstan wijst voorts erop dat artikel 1074d Rv thans de toegang tot de overheidsrechter belet aangaande verzoeken tot voorlopige maatregelen. Het hof overweegt dat de nieuwe tekst van artikel 1074d Rv slechts de toegang tot de Nederlandse rechter inzake het nemen van voorlopige maatregelen belet in het geval dat een beslissing tot een dergelijke maatregel niet in de arbitrage kan worden gekregen. Dat dient van geval tot geval te worden beoordeeld en geeft evenmin voldoende aanleiding om tot een andere uitleg van het overgangsrecht te komen.
3.Beslissing
uiterlijk op 5 maart 2019 schriftelijk en onder opgave van de verhinderdata van alle voornoemde betrokkenen in de periode van april 2019 tot en met juni 2019 aan het hof dient te verzoeken een nieuwe datum te bepalen;