Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geding na cassatie
Waarde object
‘In Terms of Zone A’). In deze methode vormt de gemiddelde prijs van de optimale vierkante meters, de zogeheten A-zone, de basis. Het optimale, meest bruikbare deel van de onroerende zaak, volgens de taxateur de 39 m² die aan de etalagezijde van de winkel zijn gelegen, wordt voor 100% betrokken in de waardebepaling. Het verder van de etalagezijde liggende deel van de onroerende zaak (de dieper in de winkel gelegen 28 m²) wordt voor 50% in aanmerking genomen. Aan de hand van de aldus verkregen heeft de taxateur de waarde berekend door middel van een methode van kapitalisatie van de bruto huur; de huurwaarde-kapitalisatiemethode (de hwk-methode). Verweerder hanteert een huurwaarde van gemiddeld € 250,- per m². Ter onderbouwing hiervan verwijst verweerder naar de huurcijfers van drietal referentieobjecten. De rechtbank acht de door verweerder genoemde referentieobjecten bruikbaar voor de onderbouwing van de huurwaarde. Uit deze huurcijfers van de referentieobjecten volgt een huurwaarde die per m² hoger gelijk is aan de door verweerder gehanteerde huurwaarde.
‘dit object heeft een betere ligging (dichter bij het centrum gelegen, meer passanten) dan [A-straat]. Heeft veel grotere zone A. Onderhoudstoestand is goed.’
‘Dit object heeft een mindere ligging dan [A-straat] en heeft een matige staat van onderhoud.’
‘Dit object heeft een vergelijkbare ligging met [A-straat]. Staat van onderhoud is voldoende.’
4.Geschil na verwijzing
5.Beoordeling van het geschil
6.Kosten
- voor de hoger beroepsfase bij Gerechtshof Den Haag: 2,0 punten (1,0 punt voor verweerschrift + 1,0 punt voor zitting) x € 525 x 1 (wegingsfactor) x 1,5 (vermenigvuldigingsfactor voor 13 samenhangende zaken) = € 1.575;
- voor de hoger beroepsfase na verwijzing: 1,0 punt (0,5 punt voor conclusie na verwijzing + 0,5 punt voor schriftelijke inlichtingen na verwijzing) x € 525 x 1 (wegingsfactor) x 1,5 (vermenigvuldigingsfactor voor 13 samenhangende zaken) = € 787,50.
7.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank op het beroep tegen de uitspraak op bezwaar, en
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende in hoger beroep tot een bedrag van € 181,73.