Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Beoordeling van het geschil
5.Beoordeling van het hoger beroep
geen enkeleafweging heeft plaatsgevonden van welk belang bij terugwerkende kracht dan ook tegenover de ‘impact’ van die terugwerking ‘on the position’ van de belanghebbenden. Ik meen daarom dat in casu sprake is van “an unreasonable interference with expectations protected by Article 1 of Protocol No. 1” in de zin van de zaak
M.A. a.o. v. Finlanden van schending van de in de drie Hongaarse pensioenheffingszaken door het EHRM gestelde eis dat ‘those who act in good faith on the basis of law should not be frustrated in their statute-based expectations without
specificand
compellingreasons’ (
curs. PJW).”
6.Proceskosten hoger beroep
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, doch uitsluitend voor zover die betrekking heeft op de boete;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor het overige;
- verklaart het beroep gegrond voor zover dat beroep betrekking heeft op de boete;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar, voor zover die uitspraak betrekking heeft op de boete;
- vernietigt de verzuimboete;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende in verband met de behandeling van het hoger beroep ten bedrage van € 1.024, en
- gelast de inspecteur aan belanghebbende te vergoeden het voor de behandeling van de zaak in hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 508.