ECLI:NL:GHAMS:2018:738
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van onroerende zaak en bewijsvoering door heffingsambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had de WOZ-waarde van een woning aan de [A-straat] 40 te [Z] vastgesteld op € 400.000, na bezwaar van de belanghebbende tegen de eerder vastgestelde waarde van € 426.000. De heffingsambtenaar stelde dat de waarde te hoog was vastgesteld en voerde aan dat de rechtbank onvoldoende rekening had gehouden met de vergelijkingsobjecten die hij had aangedragen. De rechtbank had geoordeeld dat de heffingsambtenaar niet had voldaan aan zijn bewijslast, omdat hij onvoldoende rekening had gehouden met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten. In hoger beroep heeft het Hof Amsterdam de argumenten van de heffingsambtenaar gevolgd en geoordeeld dat de heffingsambtenaar met zijn vergelijkingsobjecten wel degelijk de waarde van de woning aannemelijk heeft gemaakt. Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard. De beslissing van het Hof is gebaseerd op de beoordeling van de vergelijkingsobjecten en de waarde verhogende factoren van de woning, zoals de grotere perceeloppervlakte, de aanwezigheid van dakkapellen, een aanbouw en een garage. Het Hof concludeert dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning op € 426.000 terecht heeft vastgesteld.