Uitspraak
Art. 239 CDW
6.In casu is voldaan aan de voorwaarden van art. 239 CDW
HvJ EG”)is sprake van een bijzondere situatie indien uit omstandigheden van het concrete geval volgt, dat de belastingschuldige in een uitzonderlijke situatie verkeert vergeleken met andere marktdeelnemers die dezelfde activiteiten verrichten en hij, wanneer de omstandigheden zich niet hadden voorgedaan, geen nadeel ondervindt van de boeking van de rechten bij invoer.
OLAF”) met als titel “imports of garlic from China” (“
AM-melding”), wisten de Nederlandse douaneautoriteiten, of hadden zij het ernstige vermoeden
,althans hadden zij moeten weten of vermoeden, dat er in het kader van de invoer van verse knoflook met oorsprong China, onregelmatigheden werden begaan (
productie 25).
Productie 26).
7.Conclusie
(“HvJ”)in het bijzonder vastgesteld dat dit artikel moet worden toegepast wanneer de omstandigheden waardoor de betrekkingen tussen de marktdeelnemer en de administratie worden gekenmerkt, van dien aard zijn dat het niet billijk zou zijn om eerstgenoemde een nadeel te berokkenen dat hij normaliter niet zou hebben ondergaan.(…)
klaarblijkelijke nalatigheid of frauduleuze handelingvan de zijde van belanghebbende.
fresh garlic originating from China being misdiscribed as dried garlic” waarbij de Commissie opmerkte dat de “
possible illicit practice could be detected through physical inspection of the cargo”. In dat kader staat in de AM-melding te lezen (…):
Portugal/Transnauticavan het HvJ (…) Het Hof merkt in dat arrest het volgende op:
6.Afwezigheid van klaarblijkelijke nalatigheid of frauduleuze handeling
Samenvatting en conclusie