Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2006 tot en met 30 januari 2007 te Amsterdam en/of Almere en/of Arnhem, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne en/of MDMA, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen, zich en/of een of meer anderen gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) een of meerdere vliegticket(s) geregeld en/of geld ter beschikking gesteld en/of partijen (kopers en verkopers) (in mogelijke deals) aan elkaar voorgesteld en/of een koffer geprepareerd (door de bodem van die koffer te vullen met pakketjes pillen en/of XTC en/of MDMA).
Vonnis waarvan beroep
Voorvragen
Partiële vrijspraak
Bewijsoverwegingen
[getuige], [getuige]’, waarna [verdachte] zegt: “
Wanneer je het geld overmaakt moet je de mensen vragen welke valuta hij hier krijgt” en “
je moet steeds vierduizend doen” en ‘
doe ongeveer 20 tot 25 keer’.
de prijs is vreselijk, ik kan je niet meer dan drie geven, ik ga het gewoon voor drie verkopen’.
de prijs die men ons wil geven , 2 dollar, 3 dollar. Ik zei welke prijs had je me dan opgegeven, volgens mij 4 dollar, 5 dollar. Als wij er 1 dollar afhalen, moet ik hem 4 dollar betalen. Nog steeds kunnen ze niemand vinden hoor, die voor die prijs gaat’.
Het is mij zo gezegd door [verdachte]: [naam 2] zou dat geld naar mij toe sturen via Western Union Transfer. [verdachte] kan aan die pillen komen en [naam 2] kan ze kwijt met zijn contacten, zo is het”.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 oktober 2006 tot en met 30 januari 2007 te Almere tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden, zich en/of een of meer anderen gelegenheid tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, hebbende verdachtes mededaders een koffer geprepareerd door de bodem van die koffer te vullen met pakketjes XTC.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: