ECLI:NL:GHAMS:2018:266
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Herstel van een eerder arrest inzake de beëindiging van de bankrelatie tussen ING Bank N.V. en Yin Yang Exploitatie B.V. e.a.
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, hebben de appellanten, bestaande uit meerdere vennootschappen en een stichting, hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van 19 januari 2018. De appellanten, onder leiding van Yin Yang Exploitatie B.V., hebben bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van hun bankrelatie door ING Bank N.V. De advocaat van ING, mr. D.M. van der Houwen, heeft op 22 januari 2018 een verzoek tot herstel van het arrest ingediend, omdat er volgens hem een kennelijke fout in het arrest was gemaakt. De advocaat van de appellanten, mr. F.J.H.M. Berndsen, heeft zich op 23 januari 2018 verzet tegen dit verzoek.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat ING terecht heeft aangevoerd dat de overeenkomst voor verpakt afstorten op 14 april 2017 is geëindigd en dat de appellanten sindsdien geen contante gelden meer konden afstorten. Het hof heeft geoordeeld dat ING haar relatie met de appellanten mocht beëindigen, maar heeft ook rekening gehouden met de belangen van de appellanten. Daarom heeft het hof besloten om de bankrelatie met Stichting CS Bedrijven te continueren tot en met 16 februari 2018, om zo de appellanten enige tijd te geven om hun zaken te regelen.
In de beslissing heeft het hof de kennelijke fout in het eerdere arrest gecorrigeerd. Het hof heeft de formulering in rov. 3.15 aangepast en de veroordeling van ING om de bankrelatie met Stichting CS Bedrijven voort te zetten, verduidelijkt. Het arrest is openbaar uitgesproken op 23 januari 2018 door de meervoudige kamer van het hof.