Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.HUVASS BEHEER B.V.,
[x] ADVIESGROEP B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die een vervolg is op een eerder tussenarrest van 10 oktober 2017, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen Huvass Beheer B.V. en [x] Adviesgroep B.V. (gezamenlijk aangeduid als Huvass c.s.) en de Verenigde Assurantiebureaus Nederland B.V., handelend onder de naam Bavam. Huvass c.s. hebben Bavam aansprakelijk gesteld voor schade die voortvloeit uit adviezen die in 1997 en 1998 zijn gegeven aan het echtpaar [Persoon 1 en 2]. De kern van het geschil is of de aanspraken van [Persoon 1 en 2] op schadevergoeding zijn gedekt onder de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van Bavam.
Het hof heeft in eerdere arresten geoordeeld dat de verzekeringsvoorwaarden van 1 januari 2007 van toepassing zijn op het moment van de aansprakelijkstelling. De beoordeling van de dekking voor de aanspraken van [Persoon 1 en 2] moet plaatsvinden aan de hand van de voorwaarden die golden in 1997 en 1998. In het derde tussenarrest is geoordeeld dat Bavam gedeeltelijk dekking moet verlenen voor de verweerkosten die Huvass c.s. hebben gemaakt in verband met de claim van [Persoon 1 en 2] die betrekking heeft op de lijfrenteverzekering. De vorderingen die verband houden met de Vliegwiel kapitaalovereenkomst en de beleggingshypotheek zijn niet verzekerd.
In het arrest van 24 juli 2018 heeft het hof de kosten van verweer vastgesteld op € 25.000, een bedrag dat Huvass c.s. aan Bavam kunnen vorderen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het hof heeft geoordeeld dat partijen over en weer deels in het gelijk en in het ongelijk zijn gesteld, en heeft de vordering van Huvass c.s. tot schadevergoeding toegewezen.