Eerste tussenarrest
De dienstverlening aan [betrokkene 4 + 5] vond plaats in de periode dat het assurantiebedrijf werd uitgeoefend door de vof. [betrokkene 4 + 5] zijn in de loop van 2007 tot aansprakelijkstelling overgegaan. De aanspraak heeft primair betrekking op gestelde fouten van de vof. (rov. 3.21-22)
Bavam heeft een polisblad afgegeven gedateerd 2 maart 2007 met ingangsdatum 1 januari 2007. Uit dit polisblad volgt dat vanaf 1 januari 2007 de voorwaarden CM-2006 op de verzekering van toepassing zijn. Blijkens artikel 2.1 daarvan wordt uitgegaan van een claims made-dekkingssysteem. De aanspraak van [betrokkene 4 + 5] is dus in beginsel verzekerd onder deze verzekering. (rov. 3.23-3.24)
Met ingang van 1 januari 2007 is op de verzekering clausule “163 BAVAM-overgangsregeling naar CM” van toepassing. Deze clausule luidt:
“In verband met wijzigingen van condities naar Claims-Made basis geldt dat de dekking voor (beweerde) fouten gemaakt voor de datum van wijziging beheerst wordt door de voorwaarden en bedragen zoals die van kracht waren ten tijde van de (beweerde) fout.”
Bavam stelt op grond van deze clausule dat de dekking van de aanspraak van [betrokkene 4 + 5] beoordeeld moet worden aan de hand van de verzekering die van kracht was ten tijde van de beweerde fouten in 1997 en 1998 en dat dus de algemene voorwaarden model 1992 van toepassing zijn. Deze voorwaarden zijn bij de polisbladen van 23 juni 1994 en 4 juni 1997 van toepassing verklaard. (rov. 3.25-3.26)
Vast staat dat op de verzekering vanaf 1 januari 2007 de hiervoor genoemde clausule 163 van toepassing is. Eveneens staat vast dat die clausule meebrengt dat de omvang van de dekking moet worden beoordeeld aan de hand van de verzekering die van kracht was ten tijde van de beweerde fouten in 1997 en 1998 en dat daarvoor bepalend is de polis waarop de voorwaarden van het overgelegde model 1992 van toepassing zijn verklaard. (rov. 3.27)
Er bestaat in beginsel dekking onder de verzekering volgens de voorwaarden en bedragen die van kracht waren ten tijde van de beweerde fout. (rov. 3.28)
Bavam stelt dat de vof als financieel adviseur is opgetreden en dat daarom de aanspraak niet is gedekt onder de verzekering. Alleen de beroepsaansprakelijkheid van de verzekerde als assurantietussenpersoon, als bemiddelaar bij financiering en hypotheken en in verband met het verlenen van bancaire diensten is verzekerd. (rov. 3.37)
Derde tussenarrest
Huvass c.s. hebben betoogd dat de onder clausule 129 genoemde verzekerde hoedanigheid van ‘agent van een bankinstelling’ alleen woordelijk verschilt van het begrip ‘cliëntenremisier’, maar dat inhoudelijk op dezelfde werkzaamheden wordt gedoeld. Bavam zou bovendien hebben bevestigd dat de werkzaamheden onder clausule 129 zouden vallen. Dit standpunt van Huvass c.s. kan niet als juist worden aanvaard. Ook in 1997 was het begrip ‘cliëntenremisier’ een gangbare naam voor remisiers die gebruikmaakten van de vrijstellingsregeling van art. 12 Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (oud). Zonder nadere motivering kan dan ook niet worden aangenomen dat slechts verschillende namen worden gebruikt voor dezelfde hoedanigheid. Bavam heeft onvoldoende weersproken betoogd dat het bankagentschap van de vof, blijkens de handelsregisterhistorie, betrekking heeft gehad op geheel andere activiteiten dan die van een cliëntenremisier die bedrijfs- of beroepsmatig cliënten bij een effecteninstelling aanbrengt met het oog op de totstandkoming van transacties in effecten. (rov. 3.6)
De stelling van Huvass c.s. dat uit de brief van 19 juni 2000 volgt dat Bavam op de hoogte was dat de vof al eerder – in 1997 en 1998 – als cliëntenremisier werkzaam is geweest, kan niet worden gevolgd. Dat geldt evenzeer voor de stelling dat door Bavam zou zijn bevestigd dat de werkzaamheden van de vof als cliëntenremisier zouden vallen onder clausule 129. (rov. 3.7)
De werkzaamheden van de vof in 1997 en 1998 vielen dus niet onder de verzekerde hoedanigheid als ‘agent van een bankinstelling’, als opgenomen in de polis van 1997. Voor het antwoord op de vraag of de werkzaamheden van de vof vielen onder de verzekerde hoedanigheid van de polis, moet concreet worden beoordeeld of deze waren aan te merken als bemiddeling bij het sluiten van een verzekering of als bemiddeling bij financiering en hypotheekverlening. (rov. 3.8)
Inzake het sluiten van de Vliegwielkapitaalovereenkomst dienen de door de vof destijds uitgevoerde werkzaamheden aangemerkt te worden als werkzaamheden bij de totstandkoming van effectentransacties (vgl. art. 1 onder b.1° (oud) Wet toezicht effectenverkeer 1995). Huvass c.s. hebben zich nog beroepen op de brief van Bavam van 13 juli 2007, op grond waarvan zij stellen dat voor het sluiten van de Vliegwielkapitaalovereenkomst door Bavam in beginsel dekking is toegezegd, aan welke toezegging Bavam is gebonden. Het hof volgt hen daarin niet. Bavam heeft erkend dat zij met deze brief verwarring bij Huvass heeft geschapen. Zij heeft toegelicht dat deze brief in 2007 is geschreven toen de werkzaamheden in de hoedanigheid van cliëntenremisier inmiddels al wel (namelijk sinds 2000) door Bavam waren meeverzekerd. Het hof begrijpt dat Bavam hiermee bedoelt aan te voeren dat de ‘toezegging’ op een vergissing berustte. In het licht daarvan, mede in aanmerking genomen dat de bewoordingen “in beginsel” zijn gebruikt en Bavam aanvullende vragen heeft gesteld en dat zij in een later stadium haar dekkingsstandpunt nader heeft toegelicht, kan uit deze enkele brief geen zonder voorbehoud gegeven dekkingstoezegging worden afgeleid waarop Huvass c.s. mochten afgaan of gerechtvaardigd mochten vertrouwen. (rov. 3.9-3.10)
Inzake het sluiten van de lijfrenteverzekering heeft de vof in de kern alleen bemiddeld bij het sluiten van een verzekering. De werkzaamheden van de vof vallen in zoverre dan ook onder de dekking van de polis. (rov. 3.11-3.12)
Inzake het sluiten van de beleggingshypotheek wordt overwogen dat de vof [betrokkene 4 + 5] heeft geadviseerd over een beleggingshypotheek en dat door tussenkomst van de vof onder meer een hypotheekverzekering en een pensioenverzekering bij Royal zijn gesloten. Inzake deze verzekeringen is de vof als assurantietussenpersoon opgetreden als bedoeld in art. 1 onder b Wet assurantiebemiddelingsbedrijf (oud). Vast staat verder dat de vof beleggingsadvies heeft verstrekt aan [betrokkene 4 + 5] De vof heeft immers specifieke financiële instrumenten aan [betrokkene 4 + 5] aanbevolen, welke aanbevelingen zijn gepresenteerd als geschikt voor [betrokkene 4 + 5] als potentiële beleggers. (rov. 3.13-3.14)
Uit clausule 001 van de polis volgt dat is meeverzekerd de aansprakelijkheid van de verzekerde voortvloeiend uit de bemiddeling bij financiering en hypotheekverlening. Genoemde beleggingsadvieswerkzaamheden vielen niet onder de verzekerde hoedanigheid, nu niet kan worden gezegd dat enkel is bemiddeld bij de hypotheekverlening. De vof heeft immers ook geadviseerd over een combinatie van financiële producten, waarvan een deel van die producten een beleggingskarakter had. De slotsom is dat Bavam krachtens de polis aan Huvass gedeeltelijke dekking dient te verlenen. (rov. 3.15-3.16)
Het hof heeft in het eindarrestde kosten van verweer tegen de vorderingen van [betrokkene 4 + 5], voor zover die vorderingen betrekking hebben op het sluiten van de lijfrenteverzekering, tot een bedrag van € 25.000,-- toegewezen. (rov. 2.8-2.9 en onder 3)