Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
1. Visie
2.Inrichting van de scholingstrajecten
3.Onderwijsproces
5.Beroepspraktijkvorming
6.Examinering en diplomering
(…) Onderwijsinstelling: (…), Deelnemer: (…), Praktijkbiedende organisatie: (…)
[naam praktijkbegeleider]
5 Afdrachtvermindering onderwijs
De onder 1 tot en met 4 genoemde werknemers worden hierna ook aangeduid als de Werknemers.
- Kerntaak 1: Machinaal houtbewerken; en
- Kerntaak 2: Begeleiden machinaal houtbewerkers.
Machinale werkzaamheden voorbereiden, Werkproces 1.2
Productiegegevens samenstellenen Werkproces 1.7
Bewerking uitvoeren met houtbewerkingsmachines) betreffende de andere voor deze kerntaak relevante competenties (zie 2.11, eerste kolom) een soortgelijke gedetailleerde Prestatie-indicator opgenomen.
Calculaties maken, Werkproces 4.3
Offertes opstellenen 4.5 Werkproces
Nacalculaties maken) betreffende de andere voor deze kerntaak relevante competenties (de competenties K, P en T; zie 2.10, eerste kolom,) een soortgelijke gedetailleerde Prestatie-indicator opgenomen.
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
5.Beoordeling van het geschil
De inspecteur beantwoordt die vraag ontkennend; onder andere omdat die training zijns inziens géén onderdeel uitmaakt van de Opleidingen.
Naar het oordeel van het Hof worden deze verklaringen door geen van de ingebrachte documenten in voldoende mate gestaafd. Integendeel; de verklaringen sporen niet met hetgeen onder 5.5 tot en met 5.10.3. is overwogen. Bovendien is SH&M als onderwijsinstelling - die het verzorgen van de training Slimmer produceren aan Censor heeft uitbesteed - dusdanig nauw betrokken bij de onderhavige procedure dat een verklaring van haar niet zonder meer kan worden gevolgd. Gelet op het gehele procesdossier kent het Hof aan het Verantwoordingsdocument dan ook geen overtuigende bewijskracht toe.
- dat hij een begunstigend, niet-gepubliceerd beleid voert en hij daarvan ten nadele van belanghebbende is afgeweken;
- dat hij binnen een groep van belastingplichtigen, waartoe belanghebbende behoort, sommigen met het oogmerk van begunstiging gunstiger behandelt dan de wet voorschrijft, terwijl hij dit met betrekking tot belanghebbende heeft nagelaten;
- dat hij in een meerderheid van de met het geval van belanghebbende vergelijkbare gevallen een juiste rechtstoepassing achterwege heeft gelaten (hierna: de meerderheidsregel).
Belanghebbende stelt echter dat zij destijds ‘ressorteerde’ onder de Belastingdienst/kantoor Hoorn en dat die inspecteur de afdrachtvermindering onderwijs voor de training Slimmer produceren heeft goedgekeurd (zie 5.12.1). De inspecteur heeft dit niet of onvoldoende bestreden.
6.Kosten
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, uitsluitend voor zover daarbij de Naheffingsaanslag is vernietigd;
- vermindert de Naheffingsaanslag tot € 10.595;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende in hoger beroep ten bedrage van € 1.002.