Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
gemachtigde: ir. J. de Koning
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.3. Geschil in hoger beroep
4.De beslissing van de rechtbank
5.De beoordeling door het Hof
In zijn verweerschrift in hoger beroep (onderdeel 3.1) heeft de inspecteur deze stelling onder verwijzing naar de bijlagen bij het verweerschrift in eerste aanleg overtuigend betwist.
Het Hof merkt nog op dat belanghebbende haar stelling heeft gebaseerd op de – in dit verband niet relevante – data waarop uitspraken op bezwaar tegen deze aanslagen zijn gedaan.
De inspecteur heeft in zijn verweerschrift een toelichting gegeven op de wijze waarop de correcties zijn berekend. Belanghebbende heeft die toelichting niet meer bestreden en het Hof heeft geen reden om van de berekening van de inspecteur af te wijken.
Bij brief van diezelfde datum heeft het Hof de inspecteur verzocht om, met inachtneming van door het Hof vermelde uitgangspunten, een berekening te maken van de hieruit voortvloeiende verminderingen van de belastbare winsten.