2.4.1.Op 18 november 2014 heeft bij de rechtbank de mondelinge behandeling van het beroep van belanghebbende inzake het belastingjaar 2013 (Hof-kenmerk 15/00633) plaatsgevonden. Het proces-verbaal van de zitting luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
“(...)
De gemachtigde van eiser
Er is maar één gebruiker. Mijn zus (mevrouw [A] ) verblijft in [de vrijstaande boerderij] , maar ze woont in [de woning] . Ze woont in een illegale woning. De voorzieningen lopen via [de vrijstaande boerderij] . (…) De vader woont in [de vrijstaande boerderij] . Daarbij hoort een loods. In het achterliggende object met daarvoor de auto’s zit een bedrijf, [bedrijf Q] .
(…)
Mevrouw Arar [
de in 2.2 genoemde taxateur]
Op 19 mei 2014 heb ik het object bezocht met de heer Mulders. Toen is geconstateerd dat er meerdere objecten en meerdere gebruikers zijn.
(…)
De gemachtigde van eiser
Er heeft een transportbedrijf gezeten tot 2009. Daarna is het pand niet meer verhuurd. Tijdens de bezichtiging werd dat wel vermeld. Ook vanwege alle auto’s die er tijdens de bezichtiging stonden. Er is ook meegedeeld dat er drie garages bij het transportbedrijf hoorden. Ook dat er een garagebox is die op naam staat van G. Veldhuisen. Dat is ontruimd in 2010. Dat is een neef. In principe heb je dan twee gebruikers, mijn zus en [mijn vader; belanghebbende] .
Mevrouw Arar
Er zijn vier objecten verdeeld, namelijk [de vrijstaande boerderij] , [de loods + 3 garageboxen] , de [de garagebox] op naam van G. Veldhuisen en [de woning] van mevrouw [A] .
(…)
De gemachtigde van eiser
Er is geen sprake van een aparte gebruiker.
Mevrouw Arar
Dat is door ons wel geconstateerd bij de bezichtiging. (…)
2.4.2.Op 12 november 2015 heeft bij de rechtbank de mondelinge behandeling van het beroep van belanghebbende inzake het onderhavige jaar 2012 plaatsgevonden. Het proces-verbaal van de zitting luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
“(…)
De rechtbank
Wie is de gebruiker van [de woning] ?
De gemachtigde [
G. Veldhuisen] van eiser [
belanghebbende]
Mijn zus en haar man. Ze wonen op [de vrijstaande boerderij] , maar ze verblijven op [de woning] . Ze slapen hoofdzakelijk in [de woning] . Ze slapen ook in [de vrijstaande boerderij] . Ik weet niet hoe vaak. Ze verblijven hoofdzakelijk in [de woning] .
De rechtbank
Waarom is die woning gebouwd?
De gemachtigde van eiser
Dat was in 1958. Het was een oude noodwoning. [mijn vader; belanghebbende] had een transportbedrijf. Het was een directiekeet. [mijn vader; belanghebbende] heeft daar een woning van gemaakt. Er is een gas- en waterleiding, bad, en douche en [
de woning is] afsluitbaar. De garageboxen en de loods zijn ook afsluitbaar. Eiser is gebruiker. Ook in 2012 en 2013. Vanaf 1998 tot 2008 werden ze verhuurd. [mijn vader; belanghebbende] en zuster gebruikten de garageboxen.
De rechtbank
Ik heb op Google Streetview gekeken. Ik zag veel auto’s en busjes staan.
De gemachtigde van eiser
Die zijn van [mijn vader; belanghebbende] . [mijn vader; belanghebbende] handelt wat. (…)
De gemachtigde van verweerder
We hebben een eerdere zitting gehad over het jaar 2013 [
op 18 november 2014; zie 2.4.1]. Er is tijdens die eerdere zitting, dat was de eerste zitting over 2013, een heel ander verhaal verteld. Tijdens de tweede zitting (…) waar ik niet bij was, is toen afgesproken om [
voor het jaar 2013; Hof-kenmerk 15/00633] van één object uit te gaan. (…) Geanalyseerd moet worden wie er gebruiker was op 1 januari 2012.
Mulders [
de in 2.2 genoemde taxateur]
De heer [A] is gebruiker van de loods. Dat heb ik tijdens het bezoek vastgesteld.
De gemachtigde van eiser
Dat is de man van mijn zus.
Mulders
De gemachtigde van eiser is gebruiker van de ene garage. De loods en de 3 garages zijn van [bedrijf Q] transportbedrijf. Dat was zo tijdens de bezichtiging.
[de woning]
In gebruik bij [A] echtgenoot van de zus.
[de garagebox]
[
in gebruik bij] De gemachtigde van eiser
[de loods + 3 garageboxen]
[
in gebruik bij]Transportbedrijf [bedrijf Q] .
(…)
De rechtbank
Wie maakte gebruik van de verschillende onderdelen in mei 2014?
Mulders
Ja er is ook gesproken over 2012. Bezichtiging [
vond plaats] in verband met bezwaar tegen 2012.
De gemachtigde van eiser
Ik ben het er niet mee eens.
(…)
Mulders
Ik werd vergezeld door mw. Istek-Arar. Zij kan het allemaal bevestigen. (…)”
2.4.3.Taxateur Mulders heeft vorenbedoelde bevindingen net als bij de rechtbank (zie de processen-verbaal van de zitting van 18 november 2014 (met taxateur Istek-Arar) en 12 november 2015, behorende tot de gedingstukken) ook weer op de zitting van het Hof toegelicht, en wel – voor zover relevant – als volgt:
“(…)
Op 19 mei 2014 hebben ik en D. Istek-Arar het perceel [de vrijstaande boerderij] bezichtigd. We werden rondgeleid door de gemachtigde G. Veldhuisen. Toen is geconstateerd dat de objectafbakening ten aanzien van dat perceel niet correct was. Duidelijk werd dat de op het perceel aanwezige opstallen, in dit geval de vrijstaande boerderij, de recreatiewoning, de garagebox en de loods met driegarageboxen, door andere personen dan belanghebbende feitelijk in gebruik waren. Ik en Istek-Arar hebben dat ter plekke waargenomen. Ik heb dat toen tijdens de bezichtiging aan de orde gesteld; alle hiervoor genoemde objecten zijn daarbij besproken.
(…)
Belanghebbende althans zijn gemachtigde heeft in deze procedure al verklaard dat de recreatiewoning [de woning] dienst deed als woning van de dochter van belanghebbende en haar echtgenoot [A] . Tijdens de bezichtiging mei 2014 gebruikten zij de recreatiewoning. Ik heb toen gevraagd: wie waren in 2012 de feitelijk gebruikers van de recreatiewoning? Belanghebbende althans zijn gemachtigde antwoordde dat dit de dochter van belanghebbende en haar echtgenoot waren.
Ik heb voorts tijdens de bezichtiging van belanghebbende althans zijn gemachtigde begrepen dat [de garagebox] en [de loods + 3 garageboxen] ook door verschillende personen feitelijk in gebruik waren; ik heb in elk geval geen leegstand geconstateerd. Er is toen aangegeven dat [de loods + 3 garageboxen] in gebruik waren van een transportbedrijf. Dit kwam mij ook aannemelijk voor omdat er meerdere auto’s stonden geparkeerd. Er was ook een uithangbord van transportbedrijf [bedrijf Q] .
(…)
Resumerend baseren wij het feitelijk gebruik van de te onderscheiden onroerende zaken op de tijdens de bezichtiging op 19 mei 2014 gedane constateringen en gegeven verklaringen van de gemachtigde van belanghebbende, welke verklaringen ook strookten met onze waarneming ter plaatse. Ik heb toen ook van de gemachtigde begrepen dat de situatie in 2014 gelijk was aan die van 2012; de situatie was gedurende die jaren feitelijk niet gewijzigd. (…)”
2.5.1.De taxateur van de heffingsambtenaar heeft in de zogenoemde Reactie taxateur (bijlage bij het verweerschrift in eerste aanleg) ter onderbouwing van de (na bezwaar) vastgestelde waarde van € 261.000 van [de woning] een ‘Overzicht taxatiewaarden’ opgenomen. Dit overzicht vermeldt – voor zover hier relevant – de navolgende (verkoop)gegevens van woningen:
[vergelijkingsobject 1]
[vergelijkingsobject 2]
[vergelijkingsobject 3]
Bouwjaar
1973
1967
1899
Woonoppervlakte
165 m²
115 m²
138 m²
Kaveloppervlakte
980 m²
970 m²
673 m²
Berging
Zolder
Garage
-
€ 8.000
€ 18.000
€ 4.000
-
-
€ 4.000
€ 8.000
-
Transactiedatum
18 maart 2011
3 april 2012
2 september 2011
Transactieprijs
€ 758.000
€ 425.000
€ 525.000
Prijs per m²
- Woningdeel
- Kavel
€ 3.016
€ 230
€ 2.329
€ 161
€ 2.250
€ 295
2.5.3.De taxateur van de heffingsambtenaar heeft in voornoemde Reactie taxateur ter onderbouwing van de (na bezwaar) vastgestelde waarde van € 8.000 en € 113.500 van [de garagebox] respectievelijk [de loods + 3 garageboxen] een ‘Overzicht taxatiewaarden’ opgenomen. Dit overzicht vermeldt – voor zover hier relevant – de navolgende (verkoop)gegevens van garageboxen:
[garage 1]
[garage 2]
[garage 3]
Deeltype
Garagebox (17 m²)
1 [
stuk]
1 [
stuk]
1 [
stuk]
Transactiedatum
13 september 2011
29 augustus 2011
27 september 2011
Transactieprijs
€ 25.000
€ 20.000
€ 20.000