ECLI:NL:GHAMS:2017:5430
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vastgestelde WOZ-waarde van een woning en de gevolgen van restauratiewerkzaamheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de vastgestelde WOZ-waarde van een woning in [Z]. De heffingsambtenaar had de waarde voor het jaar 2013 vastgesteld op € 294.500, maar na bezwaar verlaagd naar € 258.000. De rechtbank oordeelde dat deze waarde niet te hoog was vastgesteld. Belanghebbende, eigenaar van de woning, was het hier niet mee eens en stelde dat de waarde op € 200.000 moest worden vastgesteld, onder andere omdat de woning op de waardepeildatum 1 januari 2012 nog niet volledig gerenoveerd was. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de waarde moest worden bepaald naar de staat van de woning op 1 januari 2013, na de restauratiewerkzaamheden die in 2012 en 2013 hadden plaatsgevonden. Het Hof bevestigde het oordeel van de rechtbank, waarbij het de restauratiewerkzaamheden als een wijziging beschouwde die de waarde van de woning verhoogde. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten, en dat de WOZ-waarde van € 258.000 aannemelijk was gemaakt. Het hoger beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.