ECLI:NL:GHAMS:2008:BC9860
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- O.B. Onnes
- P.M.F. van Loon
- J.P.F. Slijpen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de waardering van onroerende zaak in het kader van de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Utrecht tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan de a-straat 10 te Utrecht, vastgesteld op € 133.000 op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) met als waardepeildatum 1 januari 2003. De rechtbank had het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraak op bezwaar vernietigd, wat leidde tot het hoger beroep van de heffingsambtenaar.
De belanghebbende, eigenaar van de woning, betwistte de vastgestelde waarde en stelde dat de taxateur de woning inpandig had moeten opnemen. De heffingsambtenaar stelde echter dat er geen verplichting bestond om de woning inpandig op te nemen voor de waardering. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar niet gehouden was om de woning inpandig te laten opnemen en dat de taxatie op basis van vergelijkbare objecten deugdelijk was. Het Hof bevestigde dat de heffingsambtenaar de bewijslast had om aan te tonen dat de waarde niet te hoog was vastgesteld en oordeelde dat de taxateur voldoende rekening had gehouden met de relevante factoren.
Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank, behalve de beslissing over het griffierecht, en bevestigde de uitspraak van de heffingsambtenaar. De belanghebbende had geen recht op proceskostenvergoeding, aangezien hij in het ongelijk werd gesteld. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 april 2008.