Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
1.Ontstaan en loop van het geding
inkomen uit werk en woning van € 13.278.
rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
2.Tussen partijen vaststaande feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
5.Beoordeling van het geschil
verricht die ook in het kader van geneeskundige hulp worden verricht (een MRI-onderzoek, het afnemen van bloed, het onderzoeken van bloedwaarden), maar dat is onvoldoende. Bij een inenting bestaat een direct verband tussen de ingreep en een ziekte. Voor bepaalde aandoeningen bestaan inentingen, en de betreffende inenting voorkomt dat men de daarmee corresponderende aandoening krijgt. Een dergelijk direct verband ontbreekt bij het [naam 2] -onderzoek, dat een algemeen preventief onderzoek inhoudt, aldus nog steeds de inspecteur.
klachten waren, maar heeft die stelling niet aannemelijk gemaakt aan de hand van bewijsmiddelen, aldus de inspecteur (verweerschrift hoger beroep, onderdeel 6.2.).
betwisting door de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat zijn echtgenote medische
klachten had en dat het [naam 2] -onderzoek is verricht om de oorzaak van die klachten te achterhalen. Dit kan in ieder geval niet worden afgeleid uit de (veel) later (met dagtekening 29 januari 2016) opgestelde verklaring van de huisarts, waarin slechts staat “Bij deze stem ik in met het ondergaan van een totale lichaamscan d.d. november 2014”. Het kan evenmin worden afgeleid uit het verslag van de Duitse [naam 2] -arts, die als “Rechtfertigende Indikation” van het onderzoek schrijft “Die Untersuchung wird als Präventivuntersuchung durchgeführt”.