ECLI:NL:GHAMS:2016:565
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake belastingaanslagen en verzoek om immateriële schadevergoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over belastingaanslagen en een verzoek om vergoeding van immateriële schade. De belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. drs. S. Bharatsingh, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die de belastingaanslagen had verminderd tot nihil en het verzoek om schadevergoeding had afgewezen. De inspecteur van de Belastingdienst, vertegenwoordigd door mr. B. Swart, had navorderingsaanslagen opgelegd voor de jaren 1990, 1991 en 2001 tot en met 2008, die na bezwaar waren verminderd. De rechtbank had de beroepen inzake de navorderingsaanslagen niet-ontvankelijk verklaard, maar het Hof oordeelde dat het verzoek om immateriële schadevergoeding wel behandeld moest worden. Het Hof concludeerde echter dat er geen grond was voor toekenning van schadevergoeding, omdat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak niet was overschreden. De rechtbank had de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 944, wat het Hof bevestigde. De uitspraak van het Hof bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, met verbetering van gronden.