In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 april 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Zandvoort. De zaak betreft de aanslagen afvalstoffenheffing en rioolheffing voor het jaar 2013, opgelegd aan belanghebbende voor een object gelegen aan [A-straat 1/ZH] te [Z]. De heffingsambtenaar had op 28 februari 2013 de aanslagen opgelegd, welke door belanghebbende in bezwaar waren aangevochten. De heffingsambtenaar verklaarde de bezwaren ongegrond, waarna belanghebbende in beroep ging bij de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde bij het Hof.
Het Hof heeft vastgesteld dat het zomerhuis van belanghebbende, dat als vakantiewoning wordt verhuurd, voldoet aan de criteria voor belastingplichtigheid voor zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing. Het Hof oordeelde dat het zomerhuis als een afzonderlijk perceel kan worden aangemerkt, omdat het beschikt over de noodzakelijke voorzieningen voor een particuliere huishouding. Belanghebbende's beroep op het gelijkheidsbeginsel, dat inhoudt dat vergelijkbare gevallen gelijk behandeld moeten worden, werd door het Hof verworpen. Het Hof concludeerde dat er geen bewijs was dat de heffingsambtenaar in vergelijkbare gevallen onterecht geen aanslagen had opgelegd. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard.