ECLI:NL:HR:2003:AO0652
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslagen afvalstoffenheffing en rioolrecht gemeente Borne
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende aanslagen in de afvalstoffenheffing en het rioolrecht van de gemeente Borne. De belanghebbende, aangeduid als X, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 31 oktober 2002, waarin het beroep ongegrond was verklaard. De aanslagen betroffen twee verenigde aanslagen voor het jaar 2000, opgelegd op basis van het feitelijk gebruik van een perceel aan de a-straat 1. De hoogte van de aanslagen was respectievelijk ƒ 493,56 voor de afvalstoffenheffing en ƒ 326,04 voor het rioolrecht. Na bezwaar tegen deze aanslagen had de waarnemend directeur van de gemeente Borne de aanslagen gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de relevante bepalingen van de Wet milieubeheer in acht genomen, met name artikel 15.33, lid 1, dat gemeenten toestaat een heffing in te stellen voor de kosten van de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen. De Hoge Raad oordeelde dat de Verordening reinigingsheffingen 1999 van de gemeente Borne in overeenstemming was met deze wet. Het Hof had terecht geoordeeld dat de belanghebbende en zijn echtgenote als feitelijke gebruikers van het perceel moesten worden aangemerkt, en dat de klachten van de belanghebbende niet konden leiden tot cassatie.
De Hoge Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep ongegrond. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de uitspraak is aan het arrest gehecht.