Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
De overige inlichtingen die mijn cliënt heeft verstrekt zijn dus van geen enkel belang geweest voor het vaststellen van de in het geding zijnde aanslagen. Het tijdsverloop dat vanaf 29 maart 2010 gemoeid is met het verkrijgen van antwoorden op door de inspecteur gestelde vragen is dan ook volstrekt onnodig geweest.” en “
In de eerste plaats erkent de Inspecteur dat hij op 4 november 2010 al de aanslagen kon vaststellen of opleggen over de jaren waarvan hij de bankbescheiden had ontvangen, dat hij dat niet heeft gedaan maar daarmee heeft gewacht. Dat zijn de navorderingsaanslagen IB over de jaren 2001 tot en met 2005. (…) Deze aanslagen zijn echter pas op 5 augustus 2011 opgelegd, maar hadden rond 4 november 2010 opgelegd kunnen worden. (…) Het tijdsverloop tussen 4 november 2010 en 5 augustus 2011 is niet noodzakelijk geweest voor het opleggen van deze aanslagen”.
.