Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
gemachtigde: mr. J.H.J. Borsboom (Ernst & Young Belastingadviseurs) te Amsterdam,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Onherroepelijke volmachtArtikel 81. Koper geeft bij dezen een onherroepelijke volmacht aan verkoper, met het recht van substitutie, om op naam van koper, desgewenst te verrichten een zodanige verkoop en levering op gebruikelijke condities dat de volle eigendom van onderwerpelijk registergoed komt te berusten bij een derde of hemzelve.
2. Deze volmacht vormt een onverbrekelijk bestanddeel van deze overeenkomst en strekt uitsluitend in het belang van verkoper. Uit dit belang volgt dat de volmacht niet zal eindigen door het overlijden of de onder curatelestelling, alsmede niet door de herroeping op welke wijze dan ook door degene die de volmacht heeft verleend.”
Rente lening van € 226.890 -/- 11.344
Erfpachtcanon
-/- 45.000
3.3. Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
Daarnaast wijst de inspecteur op het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 24 november 2009, nr. CPP2009/2342M, Stcrt. 2 december 2009, nr. 18.386, omdat daarin is bepaald dat de eis dat er voldoende economisch belang moet bestaan voor toepassing van de eigenwoningregeling inhoudt dat de koper op elk moment vanaf de aankoop van de woning een belang moet hebben van ten minste 50% bij de waardeontwikkeling van de woning.
De inspecteur stelt dat aan het grotendeelscriterium niet is voldaan, omdat het aan de houder van het recht van opstal en de eigenaar van de grond is overgelaten om de waarde van de opstal bij beëindiging van het recht van opstal in onderling overleg vast te stellen (artikel 7, negende lid, onderdeel b, akte van levering).
eigen woningzijn het gezamenlijke bedrag van:
In dit verband wijst belanghebbende voorts op de analogie met een annuïteitenlening waarop het arrest BNB 2015/38 mede is gebaseerd en voor welke analogie het onderhavige geval geen grond biedt.
In een dergelijk geval kan de canon economisch niet met rente ter financiering van onderhoud of verbetering van de eigen woning worden gelijkgesteld. Evenmin kan de canon in het onderhavige geval economisch worden gelijkgesteld met rente ter zake van de financiering bij aankoop van een woning, aangezien zich zo’n aankoop niet heeft voorgedaan.