Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Het oordeel van de rechtbank
(Overige fiscale maatregelen 2010, Kamerstukken II 2009/10, 32 129, nr. 3, blz. 25)
4.Geschil in hoger beroep
5.Beoordeling van het geschil
hoogtevan de onderhavige navorderingsaanslag heeft belanghebbende geen bezwaren aangevoerd. Omdat uit de gedingstukken ook het tegendeel niet blijkt, gaat het Hof ervan uit dat - indien het tot het oordeel komt dat de inspecteur op basis van artikel 16 AWR mocht navorderen - belanghebbende akkoord is met de hoogte van het nagevorderde inkomen. Daarvan uitgaande is allereerst aan de orde waarom de (primitieve) aanslag op een te laag bedrag is vastgesteld.
6.Kosten
7.Beslissing
- verklaart belanghebbende in zijn hoger beroep - voor zover het hoger beroep de beschikking heffingsrente betreft - niet ontvankelijk;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank.