Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- [A], inzake de hem opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV 2006, 2007, 2008 en 2009 (kenmerken Hof: 13/00588 t/m 13/00591);
- [X], inzake de haar opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV 2006, 2007, 2008 en 2009 (kenmerken 13/00583 t/m 13/00586), navorderingsaanslag inkomensafhan-kelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (kenmerk 13/00587) en naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009 (kenmerk 13/00582);
- de commanditaire vennootschap [B], inzake de haar opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009 (kenmerk 13/00592).
2.Feiten
82.522 109.792 73.009 77.309
- 206.718
- 278.523
- 225.230
- 199.478
- 826.870
- 1.114.090
- 900.920
- 797.910
- 14.884
- 369.065
€ 8.794
- 20.054
- 504.791
€ 8.051
- 16.217
- 400.414
€ 5.985
- 14.362
- 351.247
€ 5.916
- 7.181
€ 8.794
€ 8.051
€ 5.985
€ 5.916
2.100 2.150 3.900 4.875
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
Kamerstukken II2008/09, 30 645, nr. 14, blz. 5). Gelet op deze strekking is er geen reden deze nieuwe wettelijke systematiek te beperken tot gevallen waarin op 1 juli 2011 nog geen aanslag is opgelegd dan wel nog niet eerder om informatie is verzocht, maar dient zij te gelden – zoals hiervoor overwogen – in alle gevallen waarin de inspecteur op 1 juli 2011 bevoegd was zijn informatiebevoegdheden van art. 47 e.v. AWR uit te oefenen en een informatiebeschikking te nemen.
- in alle onderzochte maanden (minimaal één per jaar) komen z-afslagen voor met een groter aantal afrekenende klanten dan het aantal bestelde consumpties, hetgeen feitelijk niet mogelijk is en hetgeen wijst op het “terugdraaien” van behaalde omzet (z-afslagen van augustus 2007 (op 4 augustus 2007 na); de in bijlage 2A van het controlerapport vermelde z-afslagen uit de periodes 14 april tot en met 20 april 2008 en 4 augustus 2008 tot en met 31 augustus 2008 (op drie dagen na); de in bijlage 2B van het controlerapport vermelde z-afslagen uit de periode 1 juni 2009 tot en met 4 juli 2009 (11 dagen);
- z-afslagen waarop de volledige (verantwoorde) dagomzet volgens de registratie door twee klanten is afgerekend (z-afslag van 11 juni 2009);
- z-afslagen waarop een negatief aantal wordt verkocht van bepaalde omzetgroepen, hetgeen feitelijk niet mogelijk is en hetgeen wijst op het “terugdraaien” van behaalde omzet
- de kladaantekeningen met betrekking tot de verkopen van softdrugs zijn niet bewaard gebleven;
- er wordt niet vastgelegd welke soort softdrugs is ingekocht en tegen welke prijs;
- de inkoopprijs wordt berekend aan de hand van de verkopen zonder rekening te houden met de werkelijk betaalde prijs;
- prijsverhogingen worden doorgevoerd zonder dat rekening wordt gehouden met de voorraad die tegen een lagere prijs is ingekocht;
- de voorraadlijsten sluiten niet altijd op elkaar aan.
- in alle andere coffeeshops in de omgeving van postcodegebied [postcodegebied] (het postcodegebied van de coffeeshop) – het betreft 24 coffeeshops – de verhouding verkopen softdrugs-andere verkopen gemiddeld genomen ongeveer 80-20 is, terwijl het percentage van de verkopen softdrugs in verhouding tot de totale omzet volgens de administratie van de coffeeshop aanzienlijk lager ligt (tussen 48,4% en 54,5%, zoals weergegeven in paragraaf 3.4.1 van het controlerapport);
- tijdens de onaangekondigde bedrijfsbezoeken van het HIT-team op 9 oktober 2008 en 18 november 2009, aan de hand van de tijdens die controles gemaakte x-afslagen, de softdrugverkopen gemiddeld 70% tot 80% van de omzet bedroegen en de overige verkopen gemiddeld 20% tot 30%;
- 4.962 - 6.685 - 5.406 - 4.78821.841
203.690 281.972 220.230 191.664
€ 8.794
€ 8.051
€ 5.985
€ 5.916
5.Kosten
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, behoudens de beslissingen inzake de proceskosten en het griffierecht;
- verklaart het beroep inzake de aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslag Zvw 2006 en de in verband daarmee genomen beschikking heffingsrente ongegrond;
- verklaart de overige beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraken op bezwaar, behoudens de uitspraken op bezwaar inzake de navorderingsaanslag Zvw 2006 en de in verband daarmee genomen beschikking heffingsrente;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2006 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 268.959;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2007 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 385.202;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 313.519;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 270.126;
- vermindert de in verband met deze navorderingsaanslagen in rekening gebrachte heffingsrente naar evenredigheid van de hiervoor vermelde vermindering van de navorderingsaanslagen;
- vermindert de in verband met de navorderingsaanslagen IB/PVV 2006, 2007, 2008 en 2009 opgelegde vergrijpboetes tot (telkens) 30% van het bedrag van de navorderingsaanslagen, zoals nader vastgesteld bij de onderhavige uitspraak;
- vermindert de naheffingsaanslag OB tot € 10.000;
- vermindert de in verband met de naheffingsaanslag OB in rekening gebrachte heffingsrente naar evenredigheid van de hiervoor vermelde vermindering van de naheffingsaanslag;
- vermindert de in verband met de naheffingsaanslag OB opgelegde vergrijpboete tot € 3.000 (30%);
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten in hoger beroep van belanghebbende tot een bedrag van € 2.191,50; en
- gelast de inspecteur het door belanghebbende in hoger beroep betaalde griffierecht van € 239 te vergoeden.