ECLI:NL:HR:2007:BB9534
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Winstvaststelling en vertrouwensbeginsel bij coffeeshops in vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 december 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X B.V. tegen uitspraken van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de vennootschapsbelasting voor de jaren 1999 en 2000, waarbij ook boeten zijn opgelegd. De Inspecteur had de aanslagen en boetebeschikkingen gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Hof had de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslagen en boeten verminderd. Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof bij de schatting van de winst van belanghebbende onterecht betekenis had toegekend aan geanonimiseerde gegevens van andere coffeeshops. De Hoge Raad benadrukte dat de bewijslast voor de deugdelijkheid van de winstberekening bij de Inspecteur ligt. Aangezien de Inspecteur niet had aangetoond dat de gegevens van de andere coffeeshops vergelijkbaar waren met die van belanghebbende, heeft het Hof dit miskend. De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof, en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
Daarnaast werd vastgesteld dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure, wat gevolgen kan hebben voor de hoogte van de opgelegde boeten. De Staatssecretaris van Financiën werd veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie. Dit arrest is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op de administratieve verplichtingen van coffeeshops en het vertrouwensbeginsel.