Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
1.1.3. Bij uitspraak van 14 september 2012 (kenmerk AWB 11/6446) heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de rechtsgevolgen van de vernietigde besluiten in stand gelaten en de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.
Gelijktijdig met deze aanslag heeft de inspecteur het verlies uit werk en woning van 2007 op nihil vastgesteld (de verliesvaststellingsbeschikking 2007) en de verrekening van het verlies uit werk en woning van 2006 met het inkomen uit werk en woning van 2007 op nihil vastgesteld (verliesverrekeningsbeschikking). Op hetzelfde aanslagbiljet is € 749 heffingsrente in rekening gebracht.
2. Feiten
(…)
In de door belastingplichtige ondertekende met de hand geschreven verklaring wordt gesteld dat het bedrag van € 145.000 [door belanghebbende] zelf uit Afganistan is meegenomen in augustus 2006. De geldverstrekker zou zijn gevestigd in [R], Pakistan.
Over de looptijd, rente en aflossingsschema is niets vastgelegd. Zekerheden zijn niet gesteld. Bovendien is er geen schriftelijk contract aanwezig. (…)
(…)
In mijn brief van 19 november 2010, gericht aan de adviseur, vraag ik (…) relevante stukken op (…).
De adviseur verwijst in zijn antwoord per brief van 4 januari 2011 naar de met de hand geschreven verklaring. Meer stukken zouden zijn opgevraagd in Pakistan. (…) Tijdens ons gesprek op 4 maart 2011 kon de adviseur geen nieuwe bescheiden overleggen.”
(…)
De door de adviseur samengestelde kasadministratie over het jaar 2006 sluit met een eindsaldo van € 138.205. Als ik ervan uit ga dat de lening ad € 145.000 en het bedrag aan eigen geld ad € 25.000 niet in de kas zijn gestort, loopt deze € 31.795 negatief op 31 december 2006.
Rekening houdend met een gesteld kassaldo van € 2.500 bedraagt de correctie ontvangsten over 2006 € 34.295. Dit bedrag wordt gesplitst in meer omzet en meer verschuldigde omzetbelasting.
Correctie: meer winst 2006 door meer omzet naar aanleiding van een negatieve kas € 28.820
Correctie: meer verschuldigde omzetbelasting (…) € 5.475
De door de adviseur samengestelde kasadministratie over het jaar 2007 sluit met een eindsaldo van € 36.262. Als ik er van uit ga dat de lening ad € 145.000 en het bedrag aan eigen geld ad € 25.000 niet in de kas zijn gestort, loopt deze € 133.738 negatief op 31 december 2007.
Rekening houdend met een gesteld kassaldo van € 2.500 en met de reeds in 2006 doorgevoerde ontvangstencorrectie van € 34.295 bedraagt de correctie ontvangsten over 2007 € 101.943. Dit bedrag wordt gesplitst in meer omzet en meer verschuldigde omzetbelasting.
Correctie: meer winst 2007 door meer omzet naar aanleiding van een negatieve kas € 85.667
Correctie: meer verschuldigde omzetbelasting (…) € 16.276.
(…)
Correctie: meer winst 2007 door minder zelfstandigenaftrek € 4.046
(…)
Correctie: minder winst 2007 door meer MKB-vrijstelling € 8.971
(…)
4.4 Gecorrigeerde winst
jaren
2006 2007(…)
(…) € 28.820 € 85.667 (…)
(…) € - € 4.046 (…)
(…)
€ - -/- € 8.971 (…)Totaal correcties € 28.820 € 80.742 (…)
(…)
7 Overzicht correcties
(…)
7.1.1 Inkomen uit werk en woning (box 1)
2006 2007(…)
Aangegeven inkomen uit werk
en woning (box 1) -/- € 32.786 -/- € 55.267 (…)
Correctie ondernemerswinst € 28.820 € 80.742 (…)
Correctie eigen woning
€ - € 6.142(…)
Gecorrigeerd inkomen uit
werk en woning -/- € 3.966 € 31.617 (…)”
Het belastbare inkomen na verrekening van dit verlies bedraagt € 27.651.
Omdat bij de vaststelling van de aanslag ten onrechte een lager belastbaar inkomen uit werk en woning is vastgesteld heb ik besloten een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/ premies volksverzekeringen 2007 op te leggen.”
QARZ E HASANA (NO INTEREST LOAN)I, [A] wife of Dr.[B] (…) hereby certify that I gave Euro 145,000/- (…) as Qarz Hasana to Mr. [X] (…) and [X-Y] (…) on 23rd August 2006. The family [X] living in (…) [Z] (…) may return this Qarz when it is possible for them.
Because of our religion I do not ask them for interest, and I have given them this Qarz on the base of Trust and expect that they will return it full.
I give this certificate because their Tax Office asks for it”
3. Geschil in hoger beroep
(1) heeft belanghebbende voldaan aan zijn administratieplicht en aan zijn bewaarplicht;
(2) is de wettelijke omkering van de bewijslast van toepassing;
(3) heeft belanghebbende voor de jaren 2006 en 2007 een te laag bedrag aan winst uit
onderneming aangegeven, en
afwijken van de voor dat jaar gedane aangifte.
4. Beoordeling van het geschil
– zowel inkomsten als uitgaven – per kas wordt verricht, vormt de kasadministratie een centraal, ondeelbaar en onmisbaar onderdeel van eisers administratie. De rechtbank is van oordeel, en eiser heeft dit ook ter zitting erkend, dat eiser onvoldoende een kasadministratie heeft gevoerd. Zo is de kasadministratie feitelijk achteraf opgesteld en heeft eiser niet de uit de kas gedane uitgaven genoteerd en heeft hij (zo begrijpt de rechtbank hem) geen, dan wel niet alle facturen van de kasuitgaven bewaard. Door dit alles kan niet te allen tijde een kascontrole worden uitgevoerd en kan de kasadministratie niet op juistheid en volledigheid worden gecontroleerd. Reeds hierom heeft eiser in de onderhavige jaren niet voldaan aan de op de hem rustende administratieplicht en bewaarplicht zoals voorgeschreven in artikel 52, eerste lid, van de AWR.
De rechtbank is er ten onrechte van uitgegaan dat in het onderhavige geval nog de vóór 1 juli 2011 geldende tekst van artikel 27e AWR van toepassing was en dat het nemen van een informatiebeschikking (nog) niet van belang was.
Praktisch gesproken komt het erop neer dat de inspecteur nadere verplichtingen kan opleggen voor de te voeren en te bewaren administratie. Als een administratieplichtige het niet eens is met een dergelijke verplichting, kan hij een verzoek doen om vergoeding van de kosten die zijn gemaakt vanwege het nakomen van een ten onrechte opgelegde verplichting.”
De verkoopactiviteiten zijn volgens hem pas vanaf 1 januari 2007 aangevangen.
€ 145.000 in de kas heeft gestort.
5.Kosten
6. Beslissing
- vernietigt de uitspraken van de rechtbank, behoudens voor zover deze betrekking hebben op de vaststelling van het verlies van 2007, de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet 2007, de proceskosten en het griffierecht;
- verklaart de beroepen betreffende de verliesvastellingsbeschikking 2006, de aanslag IB/PVV 2007 en de beschikking tot verrekening van het verlies uit werk en woning van 2006 met het inkomen uit werk en woning van 2007 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar betreffende de beschikking tot vaststelling van het verlies uit werk en woning van 2006;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar betreffende de beschikking tot verrekening van het verlies uit werk en woning van 2006 met het inkomen uit werk en woning van 2007;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar betreffende de aanslag IB/PVV 2007;
- stelt het verlies uit werk en woning van 2006 vast op € 32.786;
- verrekent het verlies uit werk en woning van 2006 van € 32.786 met het inkomen uit werk en woning van 2007 van € 42.361;
- stelt het belastbaar inkomen uit werk en woning voor het jaar 2007 vast op € 9.575 en vermindert de aanslag IB/PVV 2007 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.575;
- verstaat dat de beschikking heffingsrente over het jaar 2007 dienovereenkomstig wordt verminderd;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende in hoger beroep tot een bedrag van € 1.472; en
- gelast de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht ad € 115 te vergoeden.
J. den Boer, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. B.J.E. Lodder, als griffier. De beslissing is op 20 maart 2014 in het openbaar uitgesproken.