ECLI:NL:GHAMS:2012:BW5071
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.P.A. Boersma
- D.B. Bijl
- R.R. Winter
- Rechtspraak.nl
Weigering teruggaaf douanerechten wegens klaarblijkelijke nalatigheid van belanghebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 april 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap X B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane. De belanghebbende had verzocht om terugbetaling van douanerechten die waren nagevorderd door de inspecteur. De inspecteur had deze verzoeken afgewezen op grond van klaarblijkelijke nalatigheid van de belanghebbende bij het indienen van invoeraangiften voor schoeisel uit Vietnam. De Hoge Raad had eerder in een arrest van 18 februari 2011 het Hof opgedragen om de zaak opnieuw te beoordelen, waarbij de vraag centraal stond of er sprake was van omstandigheden die geen klaarblijkelijke nalatigheid inhielden.
Het Hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende in de periode van maart tot en met mei 1997 meerdere invoeraangiften had gedaan voor schoeisel uit Vietnam, waarbij zij aanspraak maakte op een preferentieel tarief van douanerechten. De inspecteur had echter geconcludeerd dat de overgelegde certificaten van oorsprong ongeldig waren, wat leidde tot de vordering van de meer verschuldigde douanerechten. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende onvoldoende had aangetoond dat zij niet nalatig had gehandeld, gezien haar ervaring als marktdeelnemer en de onzorgvuldigheid bij het controleren van de oorsprong van de goederen.
De belanghebbende stelde dat zij niet op de hoogte was van de malversaties en dat de inspecteur niet zelfstandig onderzoek had verricht. Het Hof verwierp deze argumenten en concludeerde dat de inspecteur terecht de teruggaaf van douanerechten had geweigerd en het dossier niet aan de Commissie had hoeven voorleggen. De uitspraak van het Hof was daarmee ongegrond verklaard, en de belanghebbende werd verweten klaarblijkelijke nalatigheid te hebben vertoond in haar handelspraktijken.