ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ5806
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroepsaansprakelijkheid van een advocaat wegens te late indiening van beroep in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat die te laat een beroep heeft ingesteld in een bestuursrechtelijke procedure tegen naheffingsaanslagen van het UWV. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.J. de Booij, vorderde schadevergoeding van de advocaat en de maatschap De Vos & Partners, vertegenwoordigd door mr. A. van Hees. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 28 september 2010 de appellant opgedragen om nadere stukken in te dienen ter onderbouwing van de gevorderde schade. In het arrest van 19 april 2011 heeft het hof de vorderingen van de appellant beoordeeld en vastgesteld dat de schade, die het gevolg was van de beroepsfout van de advocaat, toewijsbaar was. Het hof heeft de schade berekend op een totaalbedrag van € 110.835,07, te vermeerderen met wettelijke rente. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam vernietigd en de geintimeerden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het schadebedrag. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van advocaten om tijdig en adequaat te handelen in procedures, en de gevolgen van nalatigheid in dit opzicht. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad en de kosten van de procedure zijn aan de zijde van de appellant begroot.