ECLI:NL:CRVB:2019:1776
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening voor seksuele dienstverlening op grond van de Wmo 2015
Op 29 mei 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van een appellant die een aanvraag had ingediend voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) om seksuele dienstverlening te kunnen inkopen. De appellant, geboren in 1965 en lijdend aan cerebrale parese, stelde dat hij door zijn lichamelijke beperkingen niet in staat was zichzelf seksueel te bevredigen. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas afgewezen, met het argument dat de gevraagde ondersteuning niet onder de reikwijdte van de Wmo 2015 viel, omdat deze niet gericht was op het bevorderen van zelfredzaamheid of participatie in de samenleving.
De rechtbank Limburg had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de gevraagde ondersteuning niet kan worden aangemerkt als maatschappelijke ondersteuning van de zelfredzaamheid, zoals bedoeld in de Wmo 2015. De Raad vond geen aanknopingspunten in de wetgeving of de wetgeschiedenis die erop wezen dat het vervullen van seksuele behoeften als noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichting (adl) moet worden beschouwd. De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de aanvraag van de appellant niet kon worden toegewezen, en bevestigde de eerdere uitspraak zonder veroordeling in de proceskosten.